Het perfecte huis. Блейк Пирс

Читать онлайн.
Название Het perfecte huis
Автор произведения Блейк Пирс
Жанр Современные детективы
Серия Een Jessie Hunt Psychologische Thriller
Издательство Современные детективы
Год выпуска 0
isbn 9781094346311



Скачать книгу

laten inbreken en haar dusdanig de stuipen op het lijf heeft laten jagen dat ze nu nog steeds moeite heeft met slapen, weet ik niet zeker of u werkelijk mijn vertrouwen of bereidheid om u tegemoet te komen verdiend heeft."

      "Je brengt dat incident ter sprake," zei hij, "maar je verzuimt te vermelden dat ik je meerdere keren heb bijgestaan in zowel professionele als persoonlijke zaken. Voor elke zogenaamde onbezonnenheid van mijn kant heb ik tegenwicht geboden met informatie die voor jou van onschatbare waarde is gebleken. Ik vraag alleen om zekerheid dat dit geen eenrichtingsverkeer wordt."

      Jessie keek hem aandachtig aan en probeerde in te schatten hoe meegaand ze kon zijn zonder haar professionele afstand te verliezen.

      "Waar aast u precies op?"

      "Nu op dit moment? Alleen maar op je tijd, Miss Jessie. Ik zou veel liever hebben dat je hier wat vaker kwam. Het is zesenzeventig dagen geleden dat je me voor het laatst hebt vereerd met je aanwezigheid. Een minder zelfverzekerde man dan ik zou aanstoot kunnen nemen aan de lange afwezigheid."

      "Oké," zei Jessie. “Ik beloof u vaker te bezoeken. Sterker nog, ik kom deze week zeker nog een keer langs. Wat vindt u daarvan?"

      "Het is een begin," antwoordde hij vrijblijvend.

      "Mooi. Laten we dan terugkomen op mijn vraag. U zei eerder dat u het geluk waardeert van een onverwachte bezoeker. Bedoelde u mij daarmee?"

      "Miss Jessie, hoewel het altijd een genot is om van je gezelschap te genieten, moet ik bekennen dat mijn opmerking inderdaad betrekking had op een andere bezoeker."

      Jessie voelde Kat verstijven in de hoek achter haar.

      "Op wie heeft het dan betrekking?" vroeg ze, terwijl ze haar toon gelijkmatig hield.

      "Ik denk dat je dat wel weet."

      "Ik zou graag willen dat u het mij vertelt," drong Jessie aan.

      Bolton Crutchfield stond weer op, nu beter zichtbaar in het volle licht, en Jessie kon zien dat hij zijn tong in zijn mond rolde, alsof het een vis aan een lijn was waar hij mee speelde.

      "Zoals ik je al verzekerd had, de laatste keer dat we spraken, zou ik een babbeltje maken met je vader."

      "En heeft u dat ook gedaan?"

      "Dat heb ik inderdaad," antwoordde hij even nonchalant alsof hij haar vertelde hoe laat het was. "Hij vroeg me om de groeten aan jou over te brengen, nadat ik die van jou aan hem had overgebracht."

      Jessie staarde hem aandachtig aan, zoekend in zijn gezicht naar een leugen.

      "U heeft met Xander Thurman gesproken," bevestigde ze opnieuw, "ergens in deze kamer, ergens in de afgelopen elf weken?"

      "Jazeker."

      Jessie wist dat Kat barstte om haar eigen vragen te stellen in een poging te bevestigen of het waar was wat hij beweerde, en hoe het had kunnen gebeuren. Maar in haar ogen was dat minder belangrijk en kon het later worden opgepakt. Ze wilde niet dat het gesprek op een zijspoor zou komen, dus ging ze verder voordat haar vriendin iets kon zeggen.

      "Wat hebben jullie besproken?" vroeg ze, terwijl ze probeerde geen veroordeling in haar stem te laten doorklinken.

      "Nou, we moesten nogal cryptisch zijn, om zijn ware identiteit niet te onthullen aan degenen die meeluisterden. Maar de kern van ons gesprek ging over jou, Miss Jessie."

      "Over mij?"

      "Over jou. Misschien weet je nog wel dat hij en ik een paar jaar geleden ook een praatje hebben gemaakt, en dat hij mij toen attent maakte op de mogelijkheid dat jij me een dag zou komen bezoeken. Maar dat je dan wel een andere naam zou hebben dan die hij jou gegeven had, Jessica Thurman."

      Jessie kromp onwillekeurig ineen bij de naam die ze in twee decennia buiten haarzelf door niemand had horen uitspreken. Ze wist dat hij haar reactie opmerkte, maar ze kon er niets aan doen. Crutchfield glimlachte veelbetekenend en ging verder.

      "Hij wilde weten hoe het met zijn verloren gewaande dochter ging. Hij was geïnteresseerd in allerlei details – wat je doet voor de kost, waar je woont, hoe je er nu uitziet, wat je nieuwe naam is. Hij wil heel graag weer contact opnemen, Miss Jessie."

      Tijdens zijn betoog maande Jessie zichzelf aan om langzaam in en uit te ademen. Ze herinnerde zichzelf eraan om haar spieren te ontspannen en haar best te doen om er kalm uit te zien, ook al was het maar een façade. Voor het stellen van haar volgende vraag moest ze eruitzien alsof ze volkomen onverstoord was.

      "En heeft u die gegevens ook met hem gedeeld?"

      "Eentje maar," zei hij ondeugend.

      "En welke was dat?"

      "Eigen haard is goud waard," zei hij.

      "Wat betekent dat, verdomme?" vroeg ze, met een hart dat plotseling hard begon te bonzen.

      "Ik heb hem de locatie verteld van de plaats die jij als je thuis beschouwt," zei hij zakelijk.

      "U heeft hem mijn adres gegeven?"

      "Zo specifiek was ik niet. Eerlijk gezegd weet ik je precieze adres helemaal niet, ondanks mijn verwoede pogingen erachter te komen. Maar ik weet wel genoeg om hem te helpen erachter te komen als hij slim is. En zoals we allebei weten, Miss Jessie, is jouw pappie heel erg slim."

      Jessie slikte en weerstond de neiging tegen hem te gaan brullen. Hij beantwoordde nog altijd haar vragen en ze had zoveel mogelijk informatie nodig voordat hij ermee ophield.

      "Dus hoe lang heb ik voordat hij bij mij aan de voordeur staat?"

      "Dat hangt ervan af hoe lang het duurt voordat hij de puzzelstukjes op hun plaats heeft gezet," zei Crutchfield. Hij haalde overdreven zijn schouders op. “Zoals ik al zei, moest ik een beetje cryptisch zijn. Als ik te specifiek was geweest, zou het waarschuwingssignalen hebben afgegeven aan de mensen die al mijn gesprekken volgen. Dat zou niet productief zijn geweest."

      "Wat dacht u ervan mij precies te vertellen wat u aan hem gezegd heeft? Dan kan ik zelf een voorspelling maken van het tijdschema."

      "Maar dat is toch helemaal niet leuk, Miss Jessie? Ik ben best met je ingenomen. Maar dat lijkt mij een onredelijk voordeel. We moeten de man toch een kans geven."

      "Een kans?" herhaalde Jessie ongelovig. "Waarop? Een voorsprong om open te rijten zoals hij met mijn moeder heeft gedaan?”

      "Nu lijkt dat me niet erg rechtvaardig," antwoordde hij. Naarmate Jessie haar kalmte verloor leek hij juist rustiger te worden. "Dat had hij al die jaren geleden in die besneeuwde hut ook kunnen doen. Maar hij heeft het niet gedaan. Dus waarom zou je aannemen dat hij je nu iets kwaads aan wil doen? Misschien wil hij gewoon met zijn kleine meid een dagje naar Disneyland."

      "Ik vrees dat ik niet zo geneigd ben om hem het voordeel van de twijfel te geven," spuwde ze. "Dit is geen spel, Bolton. Wil je dat ik je weer kom opzoeken? Dat gaat niet lukken als ik dood ben. Je grootste hartsvriendin zal weinig spraakzaam zijn als ze eerst aan stukjes is gehakt door je mentor."

      "Twee dingen, Miss Jessie: allereerst begrijp ik best dat dit vervelend nieuws is, maar ik heb liever dat je niet zo'n vertrouwde toon tegen me aanslaat. Me bij mijn voornaam noemen. Dat is niet alleen onprofessioneel, het past ook niet bij jou."

      Jessie kookte zwijgend. Al voor hij over zijn tweede punt uitwijdde wist ze dat hij haar niet ging vertellen wat ze wilde weten. Toch bleef ze zwijgen en beet ze letterlijk op haar tong voor het geval hij toch van gedachten veranderde.

      "En ten tweede,' vervolgde hij, duidelijk genietend van de aanblik van haar ongemak, "ik stel je gezelschap misschien wel op prijs, maar je moet niet denken dat je mijn grootste hartsvriendin bent. Je vergeet de altijd waakzame officier Gentry, daar achter je. Ze is mijn oogappeltje – een beschimmeld, verrot oogappeltje. Zoals ik haar meer dan eens heb verteld, ben ik bij mijn vertrek uit deze inrichting vast van plan haar op een hele speciale manier vaarwel te zeggen, als je begrijpt wat ik bedoel. Dus niet voordringen en zeggen dat jij mijn hartsvriendin bent."

      "Ik…" begon Jessie, in de hoop hem van gedachten te doen veranderen.

      "Onze tijd zit erop, vrees ik," zei hij kortaf. Daarop draaide hij zich om, liep naar de kleine nis van de cel waar het toilet zat en trok de plastic scheidingswand over, waarmee hij het gesprek beëindigde.