Название | Wachten |
---|---|
Автор произведения | Блейк Пирс |
Жанр | Зарубежные детективы |
Серия | |
Издательство | Зарубежные детективы |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781094305097 |
HOOFDSTUK ZES
Toen Jake Crivaro bij het flatgebouw parkeerde, stond Riley Sweeney al buiten te wachten. Toen ze in de auto stapte zag Jake dat ze er behoorlijk bleek uitzag.
“Voel je je niet lekker?” vroeg hij.
“Ik voel me prima,” zei Riley.
Ze ziet er niet prima uit, dacht Jake. Ze klinkt trouwens ook niet prima.
Jake vroeg zich af of ze gisteravond te veel gefeest had. Deze jonge stagiaires deden dat soms. Of misschien had ze gewoon teveel thuis zitten drinken. Ze had er in ieder geval wel ontmoedigd uitgezien toen hij haar gisteren afzette – en niet verwonderlijk, nadat hij haar zo had afgeblaft. Misschien had ze haar verdriet proberen weg te drinken.
Jake hoopte maar dat zijn protegé niet een te grote kater had om te functioneren.
Terwijl ze van het gebouw wegreden, vroeg Riley…
“Waar gaan we heen?”
Jake aarzelde een moment.
Toen zei hij, “Hoor eens, we gaan vandaag opnieuw beginnen.”
Riley bekeek hem enigszins verbaasd.
Hij ging verder, “Eerlijk gezegd, wat je gisteren gedaan hebt – nou ja, het was niet helemaal een misser. Je hebt het drugsgeld van de Madison broers gevonden. En de burner telefoon bleek behoorlijk nuttig. Er zaten een paar belangrijke telefoonnummers in, waardoor de politie een aantal bendeleden heeft weten aan te houden – inclusief Malik Madison, de broer die nog op vrije voeten was. Het was dom van hen om een prepaid telefoon te kopen en het niet na gebruik weg te gooien. Maar ik neem aan dat ze gewoon gedacht hadden dat niemand hem zou vinden.”
Hij wierp een blik op haar en voegde toe, “Ze hadden het mis.”
Riley bleef maar naar hem staren, alsof ze niet helemaal kon begrijpen waar hij het over had.
Jake weerhield zich van de neiging om te zeggen…
“Het spijt me heel erg dat ik je zo hard heb aangepakt.”
In plaats daarvan zei hij, “Maar je moet bevelen opvolgen. En de procedure navolgen.”
“Ik begrijp het,” zei Riley moe. “Bedankt dat je me een tweede kans geeft.”
Jake gromde binnensmonds. Hij herinnerde zich eraan dat hij het meisje niet teveel wilde aanmoedigen.
Maar hij voelde zich rot over hoe hij haar gisteren behandeld had.
Ik maakte van een mug een olifant, dacht hij.
Hij had een aantal collega’s in Quantico tegen zich in het harnas gejaagd door Riley het programma in te loodsen. Een agent in het bijzonder, Toby Wolsky, wilde zijn neefje Jordan deze zomer als stagiair, maar Jake had Riley in zijn plaats weten te krijgen. Hij had daarvoor beroep gedaan op zijn glorieuze staat van dienst en veel wederdiensten ingeroepen.
Jake had geen hoge pet op van Wolsky als agent, en hij had geen reden te denken dat diens neefje bijzonder potentieel bezat. Maar Wolsky had vrienden in Quantico die nu niet blij waren met Jake.
Tot op zekere hoogte kon Jake daarmee inkomen.
Bij hun weten was Riley een simpele psychologiestudente die nooit eerder zelfs maar overwogen had om bij de ordehandhaving te gaan.
En eerlijk gezegd wist Jake ook niet zoveel meer over haar – behalve dat hij haar instincten in actie had gezien, van dichtbij. Hij herinnerde zich levendig hoe snel ze de gedachten van de moordenaar had begrepen daar in Lanton, met maar een beetje coaching van hem. Buiten hemzelf had Jake zelden iemand met die instincten gezien – inzichten die diep van binnen zaten en die weinig andere agenten konden vatten.
Natuurlijk kon hij niet heen om de kans dat wat ze in Lanton had gedaan min of meer mazzel was geweest.
Misschien zou hij vandaag een beter idee krijgen van haar kunnen.
Riley vroeg weer…
“Waar gaan we heen?”
“De locatie van een moord,” zei Jake.
Hij wilde haar niets meer vertellen tot ze daar aankwamen.
Hij wilde observeren hoe ze reageerde op de buitengewoon bizarre situatie.
En naar hij gehoord had was deze plaats delict zo bizarre als een plaats delict maar worden kon. Hij was er zelf pas net over bericht, en hij kon nog steeds maar met moeite geloven wat hem verteld was.
We zullen wel zien, neem ik aan.
*
Riley had het idee dat ze zich een beetje beter voelde terwijl ze naast Agent Crivaro verder reed. Toch had ze het prettig gevonden als hij haar had ingelicht waar dit over ging.
De locatie van een moord, had hij gezegd.
Dat was meer dan ze verwacht had in het zomerprogramma – al helemaal op haar tweede dag. Gisteren was al onverwacht genoeg geweest.
Ze wist niet zeker wat ze er eigenlijk allemaal van vond.
Maar ze wist wel vrij zeker dat Ryan er helemaal niet blij mee zou zijn.
Ze realiseerde zich dat ze Ryan nog niet had verteld dat ze met Jake Crivaro meeliep. Ryan zou daar ook niet gelukkig mee zijn. Ryan had Crivaro vanaf het begin gewantrouwd, vooral voor de manier waarop hij Riley had geholpen om in het hoofd van de moordenaar te kijken.
Ze herinnerde zich wat Ryan over een van die momenten had gezegd…
“Vertel je me nu dat die FBI vent – Crivaro- gedachtenspelletjes met je aan het spelen is? Waarom? Gewoon voor de lol?”
Natuurlijk wist Riley dat Crivaro haar dat niet allemaal had laten doorstaan “voor de lol”.
Hij was er doodserieus over geweest. Die ervaringen waren absoluut noodzakelijk geweest.
Ze hadden het mogelijk gemaakt uiteindelijk de moordenaar te pakken.
Maar wat staat me nu te wachten? vroeg Riley zich af.
Crivaro leek met opzet geheimzinnig te doen.
Terwijl hij de auto parkeerde aan een straat met huizen aan een kant en een open veld aan de andere kant, zag ze dat er een aantal politieauto’s en een officieel busje in de buurt stonden.
Voor ze de auto verlieten, hief Crivaro een waarschuwende vinger op en zei tegen haar…
“En onthoud ditmaal godverdomme de regels. Raak niets aan. En je zegt geen woord tot iemand jou aanspreekt. Je bent hier uitsluitend om de rest van ons aan het werk te zien.
Riley knikte. Maar iets in Crivaro’s stem deed haar vermoeden dat hij iets meer van haar verwachtte dan dat ze passief zat mee te kijken.
Ze wilde maar dat ze wist wat dat iets dan was.
Riley en Crivaro stapten uit de auto en liepen naar het veld. Het zat onder de rotzooi, alsof er recentelijk een soort groot openbaar evenement had plaatsgevonden.
Andere mensen, sommige in politie-uniform, stonden bij een kluitje bomen en struiken. Om hen heen was een groot gebied afgeschermd met geel politietape.
Toen Riley en Crivaro de groep naderden, realiseerde ze zich dat de struiken iets op de grond verborgen.
Riley was overdonderd door wat ze zag.
De misselijkheid welde weer op.
Op de grond lag een dode kermisclown.
HOOFDSTUK ZEVEN
Riley was zo duizelig dat ze bang was dat ze flauw zou vallen.
Ze wist op haar benen te blijven, maar ze was bang dat ze zou overgeven, net als in het appartement.
Dit