De Firmant. Maud van Leyden

Читать онлайн.
Название De Firmant
Автор произведения Maud van Leyden
Жанр Языкознание
Серия
Издательство Языкознание
Год выпуска 0
isbn 9783991077923



Скачать книгу

blijven adviseren en om zijn eigen reputatie goed te houden. De espressomachine bromde en de melkschuimer zoemde. Even met een goede cappuccino journaal kijken, was toch altijd een rustpuntje na een lange werkdag. Gezellig samen op de bank, dat gebeurde doordeweeks ook niet zo heel vaak.

      Het eerste item ging over Groningen. Er was weer een beving geweest en de bewoners eisten versnelde afbouw van de gaswinning. Henriëtte en Floris kenden de problematiek goed en waren daarom extra geïnteresseerd. Ze hadden elkaar ooit leren kennen toen ze beiden bij Delphin Oil werkten – een oliestel, zo werd dat toen genoemd – en ze waren ook tegelijkertijd gedetacheerd geweest bij de Noordelijke Gasmaatschappij. Later, als firmant, adviseerde hij de minister van Economische Zaken al langere tijd om die schade in Groningen nu snel structureel aan te pakken zolang er nog genoeg verdiend werd aan dat gas om dat allemaal van te betalen. Inmiddels werd de productie onder publieke druk flink omlaag gebracht en zou er straks natuurlijk ook niet meer genoeg geld uit komen om alle schadeclaims te betalen. Hij had dat al jaren geleden zien aankomen. Drie ministers had hij zien komen en gaan.

      Het tweede onderwerp was de verdwijning van een kritische Saoedi-Arabische journalist. Hij had asiel gekregen in de VS, maar was kennelijk met een smoesje naar Turkije gelokt. Daar was hij het Saoedische consulaat binnen gegaan en daar nooit meer uit gekomen. Sindsdien werd hij vermist. “Ingelichte bronnen zeggen dat de Saoedische kroonprins Mohammed Bin Salman hier zelf achter zou zitten. Op camerabeelden is te zien dat een uur vóór de aankomst van deze meneer Kashoggi een groep mannen, die een uur tevoren met een privétoestel was geland in Ankara, arriveert bij het consulaat. Enkele van deze mannen zijn herkend als leden van de Saoedi-Arabische geheime dienst.” De nieuwslezeres ging door naar het volgende onderwerp. “Weet je wat het erge is,” zei Floris, “wij hebben hen daar nog geholpen met de juridische haken en ogen van het inzetten van kunstmatige intelligentie-systemen.” Henriëtte was nog niet eens zo verbaasd. Privacywetgeving was immers één van de paradepaardjes van de Firma. Dat Saoedi-Arabië een klant was, vond ze wel een beetje vreemd. “Hoezo dat dan? Die laten zich daar toch sowieso niets aan gelegen liggen?” Floris legde uit: “Ja, maar ze moeten wel rekening houden met hoe de Verenigde Staten er tegenaan kijken. Dus als het erop aankomt, moeten ze dat wel kunnen rechtvaardigen. Vandaar ook dat ze daarvoor Amerikaanse juristen wilden hebben. Wij hebben inmiddels aardig wat kennis en ervaring met zogeheten ‘gerechtvaardigde inbreuk op de privacy’ in het belang van de staatsveiligheid.”

      Henriëtte wist dat maar al te goed. Het was één van de paradepaardjes van de Firma. Ze was vaak genoeg mee geweest naar internationale partnerconferenties. Dat was een van de leuke dingen bij de Firma, dat de partners van de partners – die dus geen partners maar ‘affecten’ werden genoemd – bij veel conferenties ook welkom waren. En niet alleen voor hersenloze nevenprogramma’s maar ook voor de inhoudelijke sessies. Zo was ze daardoor behoorlijk goed op de hoogte van waar de Firma heen wilde. Ze kon zich alleen af en toe wel behoorlijk ergeren aan dat blinde vertrouwen in kunstmatige intelligentie en het totale gebrek aan aandacht voor de risico’s die daaruit konden voortkomen of de ethische aspecten ervan. Alsof het alleen maar om privacy ging en niet, zoals in veel gevallen, om persoonlijke veiligheid. Zij had dat in die sessies ook wel eens ingebracht. In de politieke arena voerde ze dergelijke discussies ook wel eens. Haar inbreng was echter altijd minzaam glimlachend terzijde geschoven. “Dit was dus precies het soort zaken waar ik toen al voor waarschuwde. Kunstmatige intelligentie in handen van een dictator. Levensgevaarlijk,” zei ze. Floris beaamde dat. “Dat klopt. En als je de belangen van het staatshoofd en zijn hele familie ook definieert als staatsbelang en kritische journalisten of mensenrechtenorganisaties vervolgens als een gevaar daarvoor, dan kun je er zelfs voor een Amerikaanse rechtbank niet veel meer mee.”

      Iets meer dan zes jaar geleden was het dat Dirk belde om te vragen of ze eens konden praten. Floris was benieuwd en het leek hem interessant te horen wat Dirk te zeggen had. Hij kende hem zeker van reputatie: Dirk was bij de meesten van zijn klanten zijn voornaamste concurrent. Ze spraken af in Den Haag, in een café op het Voorhout, neutraal terrein. Floris werkte toen nog voor een ander kantoor, waar hij gedurende zestien jaar een behoorlijke naam had opgebouwd. LexCo en de Firma waren concurrenten van elkaar, maar de reputatie en het prestige van de Firma waren wel overduidelijk superieur. Binnen de industrie echter waren ze behoorlijk aan elkaar gewaagd en liepen ze bij dezelfde cliënten.

      Bij aankomst zag hij Dirk direct al zitten, discreet, een beetje achter in de zaak. Hij sloeg de smalltalk over en kwam vrij snel ter zake: “Altijd als ik hier op het Haagse hoofdkantoor van Delphin Oil ben, zie ik jou wel ergens op de directiegang rondlopen. Het lijkt wel of jij daar nog makkelijker in- en uitloopt dan ik. Ik zou je willen vragen om eens na te denken over een overstap naar ons. Dan kunnen we elkaar versterken in plaats van tegen elkaar te concurreren.” Die had Floris niet helemaal aan zien komen. Maar een interessante gedachte was het zeker. En na nog wat heen en weer gepraat, beloofde hij het voorstel serieus in overweging te nemen.

      Het was in zekere zin verleidelijk geweest om over te stappen naar de Firma. Dat bureau was wereldwijd veel bekender en zou zeker nog meer deuren voor hem openen. Alleen, hij was net senior-partner geworden bij LexCo en inmiddels de leider van de energiepraktijk. Eindelijk hoefde hij voor niemand meer te kikkeren. Zou hij deze zelfstandigheid opgeven? Hij voelde daar nog niet zoveel voor. Wel schepte hij veel genoegen in het feit dat Dirk hem kennelijk zo’n formidabele tegenspeler vond, dat hij hem liever binnen zijn kamp wilde halen. Zeker van iemand met Dirks reputatie was dat toch wel een groot compliment.

      Drie dagen later kreeg hij echter een bericht dat alles ineens deed kantelen. Ook al was hij senior-partner, er zijn altijd partners nog meer senior en deze hadden met een klein groepje insiders besloten LexCo te verkopen aan een groot accountantskantoor. Voor dit kantoor zou deze overname een start vormen van hun uitbreiding naar bedrijfsadvocatuur en daarom hadden ze er een goed bedrag voor over. De senior-partners die deze deal maakten, hadden met hun aandelenpositie de beslissende stem. Het zou voor iedereen een goede deal zijn, behalve voor Floris. Financieel zat het wel goed, maar hij zou bijna zijn hele energiepraktijk kwijtraken door deze deal. Het is namelijk niet toegestaan om bij hetzelfde bedrijf zowel de accountant als de raadsman te leveren. En laat dit kantoor nu net dezelfde energiebedrijven als cliënten hebben. Voor Floris betekende deze deal dat hij na zestien jaar investeren in zijn expertise en zijn netwerk in energie bijna niets meer mocht doen in deze markt. Hij kon een ander kunstje gaan leren of een beetje gaan lanterfanten, want de deal gaf hem allerlei compensatie daarvoor, maar hij was er de man niet naar om daar voldoening uit te halen.

      En zo kwam het aanbod van Dirk ineens in een heel ander daglicht te staan. Het was eigenlijk wel op een heel gunstig moment gekomen. Bijna alsof Dirk iets had geweten. Na nog wat heen en weer gepraat, besloot hij om het aan te nemen. Tot zijn grote verbazing was het nog niet eens zo gemakkelijk geweest om weg te komen bij LexCo. Ze wilden hem aanvankelijk aan zijn concurrentiebeding houden. Dat is een afspraak dat je het eerste jaar na vertrek geen zakendoet met de cliënten die je had. Alleen was dat in dit geval natuurlijk belachelijk, aangezien hij juist wegging omdat hij die cliënten toch niet meer mocht bedienen vanwege die overname. Via een rugbyvriendje, die partner was bij een gerenommeerd advocatenkantoor, was hij aan een goede advocaat gekomen die hem hierbij hielp. Uiteindelijk was eruit gekomen dat hij alleen een concurrentiebeding van een jaar had op de cliënten die LexCo wel mocht blijven bedienen, wat logisch was. Zijn grootste klanten kon hij dus houden.

      Eenmaal binnen bij de Firma, was het toch allemaal wel iets anders gelopen dan verwacht of dan Dirk had gesuggereerd. Hij kreeg steeds meer door dat ze hem vooral hadden binnengehaald om hem als concurrent onschadelijk te maken. Dat werd niet met zoveel woorden gezegd, maar hij kreeg wel het advies om zich vooral te gaan richten op het binnenhalen van nieuwe eigen cliënten. Het voelde niet helemaal eerlijk dat hij zijn eigen eerdere klanten moest overdragen aan de andere firmanten, maar hij wist dat hij het wel zou redden om toch succesvol te worden. Het was nu eenmaal iets waar hij goed in was: nieuwe contacten leggen en daarmee vertrouwensrelaties opbouwen. Hij had voor LexCo ook gewerkt in zogenaamde ‘frontier-landen’, waar nog niemand echt voet aan de grond had.

      Zo was hij ooit begonnen in de Emiraten, waar hij onder de indruk was geraakt van Sjeik Zayed, die toen nog leefde en immens geliefd was in zijn land. Deze sjeik had de olierijkdom gebruikt om zijn land economisch onafhankelijk te