De Firmant. Maud van Leyden

Читать онлайн.
Название De Firmant
Автор произведения Maud van Leyden
Жанр Языкознание
Серия
Издательство Языкознание
Год выпуска 0
isbn 9783991077923



Скачать книгу

hun hele financiële zekerheid op zijn kop. Nog een geluk dat Loosdrecht niet was doorgegaan. Volgens Floris zouden ze het wel redden. Floris dacht dat ze het huis waarin ze nu woonden en zelfs die boot wel konden houden als ze het verder een beetje rustig aan zouden doen. En als het inderdaad zou lukken om in ieder geval hun woningdelen te houden, dan zou dat wel goed gaan. Zelfs als ze hun laatste woningdelen van het lopende jaar niet zouden krijgen.

      Ze hadden nog wat gespaard en onlangs een erfenis gekregen. Als ze daarmee de laatste aflossing zouden kunnen doen aan de Firma dan hoefden ze in ieder geval niet hun huis uit. Ze woonden op zich heerlijk in een vrijstaand huis in Aerdenhout, met het strand op fietsafstand en Amsterdam om de hoek. Straks hadden ze ook weer een zeilboot in Enkhuizen. Dus ze hoefden geen dure reizen te maken. En ook een geluk dat ze de jongens niet in dat dure studieplan hadden zitten. Ze had het destijds wel jammer gevonden dat ze daar niet meer in mee konden doen. De Firma keerde vanaf de geboorte van je kind een deel van je salaris uit in een studiepotje voor een beurs aan een Amerikaanse topuniversiteit. Hun zoons studeerden nu gewoon in Nederland. Maar eerlijk gezegd, ging het goed met ze en, nog het belangrijkste, ze waren gelukkig. Ze stond op, ze moest opschieten, want om acht uur zouden de werkmannen weer voor de deur staan.

      Natuurlijk waren ze er pas om half negen. Dat was eigenlijk altijd zo. Maar dat was fijn, want dat gaf net een beetje extra tijd om rustig te ontbijten en haar krantje te lezen.

      Als ze er eenmaal waren, kwam ze daar niet echt meer aan toe, want ze moest het hele gebeuren wel actief blijven aansturen. Inmiddels waren er alweer vier maanden verstreken na de inbraak en nog steeds waren ze niet klaar met het opschroeven van de beveiliging. De nieuwe alarminstallatie deed het nu wel goed, maar met de schriklampen wilde het maar niet lukken. En die wilde ze wel echt hebben om zich thuis weer helemaal veilig te voelen. Ze was behoorlijk geschrokken toen ze die nacht in juni rond twaalf uur alleen was thuisgekomen en de inbrekers had verrast. Sindsdien voelde het niet meer goed om ’s avonds laat alleen thuis te komen.

      Het was een rampzalige opeenvolging van gebeurtenissen geweest. Eerst was de kluis stukgegaan, wat op zich geen calamiteit was, maar ze had hem al die tijd nog niet kunnen laten maken. Ze had er verschillende bedrijven bijgehaald en telkens was er weer een andere reden waarom het toch niet gemaakt kon worden. Eerst moest alleen het slot vervangen worden en toen dat niet kon, de hele deur, en toen dat ook niet lukte, uiteindelijk de hele kluis. Ze had al een afspraak gemaakt met de aannemer om de kluis uit te breken en te vervangen. En toen belde haar zoon op een maandagavond in juni op omdat er in zijn studentenhuis een overstroming was geweest. Na een stortbui was het riool overstroomd. In zijn kamer stond 6 centimeter stinkend bruin water. Halsoverkop was ze naar Leiden vertrokken om daar te helpen met spullen weghalen.

      Midden in de nacht kwam ze met een volgeladen auto weer thuis. Ze deed de voordeur open en hoorde gerommel boven. Ze vroeg nog of daar iemand was, waarop een mannenstem riep: “Politie.” Het was zó raar dat ze nog even twijfelde of het inderdaad politie was in haar huis. Gelukkig realiseerde ze zich onmiddellijk dat dat natuurlijk niet waar kon zijn. Ze rende weg, naar de straat, vanwaar ze een oogje op de voordeur kon houden om te zien of ze niet gevolgd werd, en belde intussen 112. De politie arriveerde snel en met honden doorzochten ze het huis. Toen ze zelf naar binnen mocht, zag ze het meteen: al die lege doosjes op de grond, al haar juwelen gestolen, inclusief de erfstukken van haar moeder en haar schoonmoeder. Ze voelde nog steeds een vreemd verstikkend verdriet daarover. Alsof er iets van haar identiteit was afgenomen. Natuurlijk, het zijn maar spullen en ze moest blij zijn dat haar zelf niets was overkomen. Boven aan de trap stond een fles pepperspray klaar. Ze moest er niet aan denken wat er gebeurd was als ze naar boven was gelopen.

      Alleen de slaapkamer en de studeerkamer waren overhoopgehaald, maar uit de studeerkamer was niets weg. Er lagen daar pc’s en camera’s, evenals mappen met buitenlandse valuta, die Floris altijd slordig liet slingeren. Niets daarvan was weggenomen. Wel waren al zijn laden en mappen overhoopgehaald maar later bleek dat er niets uit was verdwenen. Alleen zijn manchetknopen waren weg. Floris had gezegd: “We kopen gewoon alles nieuw voor je. De spullen van onze moeders zijn onvervangbaar maar alles wat ik je ooit gegeven heb, gaan we opnieuw uitzoeken. Het is lullig, maar ik verdien goed, dus we kunnen dit dragen.” Dat kon hij toen nog zeggen, maar nu was alles toch anders en ze was er maar niet meer over begonnen. Vorige maand, op hun zilveren huwelijksfeest, had ze het moeten doen zonder haar parels die Floris haar voor hun koperen bruiloft had gegeven. Ze had haar jurk daar speciaal op ontworpen. Wat een opeenvolging van narigheid achter elkaar. De ene na de andere ramp overkwam hen. En nu dit weer. Als je het in een boek zou lezen zou je het een ongeloofwaardig verhaal vinden.

      Er werd op het raam getikt. Ze zuchtte en liep naar buiten om te vragen wat er nu weer was. De schriklampen die geïnstalleerd waren, bleven maar problemen geven. Het was het nieuwste van het nieuwste, met bewegingssensoren en LED, maar functioneren deden ze niet. Eerst flitsten ze de hele nacht aan en uit bij iedere hornaar of vlieg die voorbijvloog. Daarna waren ze te ongevoelig ingesteld. Als inbreker moest je er wel recht voor gaan staan zwaaien om opgemerkt te worden. En de afgelopen nachten met die zware regenbuien hadden ze als een soort kermisverlichting permanent geknipperd. Superirritant voor de buren ook en natuurlijk niemand meer die reageert. Nu hadden die mannen weer een heel verhaal. Eigenlijk geloofden ze haar gewoon niet. Ze liet ze een filmpje zien van de afgelopen nacht. Eindelijk leken de mannen overtuigd. Ze zouden contact opnemen met de producent. Even later kwamen ze weer terug. Ze hadden de producent gesproken en die snapte het ook niet. De hele buurt heeft schrikverlichting die het doet, maar bij hen lukte het maar niet. Ja, dat vonden de mannen zelf ook raar. Dat hadden ze zelf ook nog nooit meegemaakt.

      De telefoon ging binnen en ze rende terug om hem op te nemen. “Hi mam,” zei Jelle. “Hé lieverd, hoe is ie?” antwoordde ze. Ondanks alle zorgen die haar bezighielden, moest ze ‘niets aan de hand’ spelen naar de jongens. Jelle belde regelmatig om te vertellen waar hij mee bezig was: studie, huisgenoten, dates. Hij was best open naar zijn ouders. Henriëtte en Floris hadden afgesproken om de jongens voorlopig niets te vertellen. Ze zouden maar ongerust worden en ze hadden genoeg aan hun hoofd. Jelle met zijn bachelors eindproject en Tjeerd met zijn bestuur. Henriëtte vertelde dat de mannen weer bezig waren met de lampen. “Doen ze het nog steeds niet?” vroeg Jelle verbaasd. “Hoe moeilijk kan het zijn?” Gelukkig was zijn studentenhuis inmiddels alles weer op orde. De kamers waren helemaal uitgedroogd, gedesinfecteerd en weer geverfd. Jelle bracht ook Sinterklaas op. Welk weekeinde ze dat zouden gaan vieren, want hij wilde daar dan rekening mee houden met zijn andere afspraken. Henriëtte stelde voor om het even in de familieapp te gooien. “O ja, goeie,” reageerde Jelle en daarna moest hij weer aan de studie. Henriëtte zuchtte. Tja, Sinterklaas. Ieder jaar vierden ze dat nog steeds in één van de weekenden rond vijf december met veel pakjes, veel gedichten en veel Sinterklaas-snoep. Niemand wilde dat veranderen. De laatste jaren waren de cadeaus wel wat uit de hand aan het lopen en dit jaar zou het allemaal weer iets bescheidener moeten. Ze wisten nog niet helemaal hoe ze dat met de jongens zouden bespreken zonder dat ze door zouden krijgen dat er iets ernstigs aan de hand was.

      Ze probeerde nog wat te werken en hoopte dat ze even niet gestoord zou worden. Om vier uur zat het werk buiten er weer op. De mannen kwamen zich afmelden en zeiden dat ze één van de schriklampen weer meenamen naar de zaak om naar de producent te sturen. Ze zouden bellen als ze nieuws hadden. Het was opgeklaard en eigenlijk een prachtige zonnige middag geworden. Rond deze tijd van het jaar ging ze doordeweeks eigenlijk nooit meer alleen fietsen, omdat het vroeg donker werd en toch wat ongezelligs had. In de zomer pakte ze regelmatig de racefiets om ’s avonds nog een rondje te trappen. Het was nu echter zo uitnodigend dat ze besloot snel nog even een rondje Ringvaart, Halfweg en Spaarndam te doen. Dat was net iets meer dan een uur, dus zou ze ruim voor het donker weer thuis zijn.

      Het was prachtig in de Haarlemmerliede: vanaf de hoge dijk keek je ver uit over de weilanden en de rimpelloze poldersloten weerspiegelden de zwermen trekvogels in de lucht. In de verte, bij de kust kwamen langzaam weer wolken opzetten. Ze keek op de snelheidsmeter: 29 km/uur, minder hard dan met Floris. Als ze samen waren, reed zij altijd vlak achter hem. In zijn slipstream kon ze gemakkelijk 34 km/uur bijhouden en hij kon lekker losgaan. Misschien dat ze dit weekeinde weer eens samen konden fietsen? Als het dit weer zou blijven. Ze had geen idee eigenlijk. In dit jaargetijde hield ze het weerbericht niet zo bij. Ze passeerde Spaarndam, de wolken kwamen vanaf de kust dichterbij en het water