Название | Eene schitterende «carrière» |
---|---|
Автор произведения | Brink Jan ten |
Жанр | Зарубежная классика |
Серия | |
Издательство | Зарубежная классика |
Год выпуска | 0 |
isbn | http://www.gutenberg.org/ebooks/33981 |
Suze vermoedde niet in 't minst, wat er bij hare moeder omging. Ze antwoordde uit de hoogte:
„We hadden immers afgesproken, dat jelui Zondagsmorgens bij mij zoudt komen koffiedrinken! Is er nu zoo'n haast?”
„Ik begrijp, dat je ons heel best kunt missen, Suze! Schikt het je niet ons te hooren, dan zullen we onmiddellijk weer heengaan!”
„Zooals u verkiest! Ik heb geen lust, om dadelijk weer te kijven…”
Maar Betsy treedt snel naar Suze toe. Zij fluistert haar iets in 't oor. Mevrouw Muller Belmonte heeft met vonkenschietende oogen zich opgericht.
„Kijven! Het past je niet tegenover mij dat woord te gebruiken! Kom, Betsy! Laat ons gaan!”
Maar Betsy, die sedert den noodlottigen nacht, toen haar vader stierf, reeds menig moeielijk oogenblik met hare moeder en oudste zuster had doorgebracht, Betsy wendt zich tot de eerste, en zegt:
„Neen, mama! We moeten geduld hebben, omdat we ongelukkig en arm zijn! Suze zal naar ons luisteren! Onaangenaamheden zijn er toch al genoeg!”
Mevrouw De Huibert hield zich zwijgend met haar eleganten zomerhoed bezig, en wachtte tot Betsy mama zou hebben doen bedaren. Mevrouw Muller Belmonte ging bevende weer zitten, en zei dof:
„Zeg jij het, Betsy!”
„Goed, mama!”
Suze trad zonder de minste ontroering nader, en plaatste zich bij het venster. Zij keek verstrooid naar buiten.
„Suze!” – begon Betsy, – „gisteren was je nog geen uur weg, toen we een brief kregen uit Amsterdam van oom Muller. Hij schrijft mama, dat hij in de eerste plaats de zaak van Bram en Karel in orde heeft gebracht. Beide jongens zijn gezond en sterk: als ze goed willen oppassen bij het instructiebataljon te Kampen, zal hij ze zooveel mogelijk helpen. Ze zijn heel wel tevreden, en hebben beloofd hun best te doen!”
„Dat is ten minste goed nieuws!” – merkte Suze op.
Mevrouw Muller Belmonte bleef beweegloos in elkaar gedoken zitten. Haar zwager, de Amsterdamsche kolonel, kende den omvang der familierampen ten volle. Hij had besloten de beide jongens tot onderofficier te doen opleiden, en ze verder te steunen, zoolang er aan hun gedrag niets mankeerde.
Betsy wachtte eene poos en ging toen na eene korte aarzeling voort:
„Oom schrijft verder over ons beiden, over mama en mij… Hij vindt het vreemd, dat wij te Rijswijk blijven, en dat jij, Suze, naar Den Haag gaat. Hij had het verstandiger gevonden, als wij al te zaam te Rijswijk waren gebleven, in de eerste plaats om de kosten…”
Het was nu Suze's beurt het hoofd toornig op te heffen. Snel viel ze hare zuster in de rede:
„Dat is mijn zaak! Laat hij er buiten blijven! Ik weet wel, dat hij juist niet met mij dweept … de brave man heeft principes… Heel goed! Maar ik heb hoegenaamd geene verplichting aan hem! Ik verlang, dat hij mij met rust laat.”
„Maar Suze! denk toch, dat mama en ik alleen van zijne mildheid afhangen! Hij meent het best! Hij zal ons helpen … hij dacht, dat jij bij ons zoudt blijven wonen, dan konden we zeer fatsoenlijk leven!”
„Oom Muller mag denken wat hij wil! Daar kan niets van komen! Mijn plaats is in Den Haag! Ik heb een vast plan, ik wijk er niet van af.”
Mevrouw Muller Belmonte had met klimmende verontwaardiging en bittere gramschap de woorden harer dochters gevolgd. Telkens wilde zij spreken, telkens bedwong zij met inspanning haar toorn.
Betsy zag Suze met een bedroefden blik aan, en ging voort:
„Oom Muller schreef verder, dat hij hartelijk deelnam in ons ongeluk, dat hij als toeziende voogd voor Bram en Karel zal zorgen, maar, dat hij voor mama en mij niet meer dan vijfhonderd gulden in 't jaar kan afstaan. Hij bekent, dat het heel weinig is, maar hij verwijst naar…”
„Naar mij!” – valt Suze schamper glimlachend in. – „Dat spreekt van zelf! Ik ben schatrijk! Het moet van mij komen…”
„Neen, niet alleen van jou! Ook van mij!” – zegt Betsy snel. – „Oom Muller heeft mij nog een goeden raad gegeven. Hij hoorde mij te Amsterdam piano spelen, en denkt, dat ik buitengewoon vlug en vaardig ben op dat instrument. En ook omdat ik zeer goed onderwijs heb gehad, voel ik mij in staat les te geven. Als je me helpen wilt, Suze! dan krijg ik misschien hier in Den Haag wel lessen, en dan konden wij, als jij ook wat deedt, mama een gerusten ouden dag bezorgen!”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.