Название | Eens gelokt |
---|---|
Автор произведения | Блейк Пирс |
Жанр | Зарубежные детективы |
Серия | |
Издательство | Зарубежные детективы |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781094304298 |
“Je hebt wat?” zei Riley verbouwereerd.
“Er is een privévliegveld vlakbij je. Ik sms je de locatie. De helikopter is er waarschijnlijk al. Een kadet is meegevlogen om je auto terug te rijden.”
Zonder een verder woord hing Bill op.
Riley reed even in stilte. Ze was opgelucht geweest dat de hoorzitting in de ochtend al klaar was. Ze wilde thuis zijn wanneer haar dochter uit school kwam. Er was gister geen ruzie meer geweest, maar April had ook niet veel gezegd. Vanochtend was Riley voordat April wakker was al de deur uit.
Maar de keuze was duidelijk al voor haar gemaakt. Klaar of niet, ze was nu betrokken bij de zaak. Ze zal later met April moeten praten.
Maar ze hoefde niet lang na te denken voordat het allemaal precies goed voelde. Ze draaide haar auto om en volgde de routebeschrijving die Bill had gestuurd. Het beste medicijn voor haar gevoel van falen zou zijn om een andere moordenaar voor het gerecht te brengen–voor echte rechtvaardigheid.
Het was tijd.
*
Riley keek neer op het dode meisje dat lag op de houten kioskvloer. Het was een heldere, frisse ochtend. De kiosk stond op een paviljoen in het midden van het dorpsplein, omringd door bomen en goed onderhouden gras.
Het slachtoffer zag er schrikbarend hetzelfde uit als de meisjes op de foto’s die Riley had gezien van de twee eerdere slachtoffers de laatste maanden. Ze lag met haar gezicht omhoog en was zo uitgemergeld dat ze wel gemummificeerd leek. Haar vieze, gescheurde kleding had misschien ooit goed gepast, maar was nu belachelijk groot. Ze had oude littekens en meer recente wonden van wat leek op zweepslagen.
Riley dacht dat ze ongeveer zeventien was, dezelfde leeftijd als de andere twee slachtoffers.
Of misschien niet, dacht ze.
Meara Keagan was immers vierentwintig. Misschien veranderde de moordenaar zijn MO. Dit meisje was zo verwelkt dat Riley haar leeftijd niet kon vaststellen.
Riley stond tussen Bill en Lucy.
“Ze lijkt meer uitgehongerd dan de andere twee,” merkte Bill op. “Hij heeft haar vast veel langer vastgehouden.”
Riley hoorde het enorme zelfverwijt in Bills woorden. Ze keek naar haar partner. De bitterheid was ook op zijn gezicht af te lezen. Riley wist wat Bill dacht. Dit meisje was sowieso nog in leven en in gevangenschap geweest toen hij de zaak onderzocht en niks had kunnen vinden. Hij gaf zichzelf de schuld voor haar dood.
Riley wist dat hij zichzelf niet de schuld moest geven. Toch wist ze niet wat ze moest zeggen om hem zich beter te laten voelen. Ze had zelf nog een nare nasmaak van haar eigen spijt om de Larry Mullinszaak.
Riley draaide zich om om de omgeving te bestuderen. Vanaf hier was het enige gebouw dat zichtbaar was de rechtbank aan de andere kant van de straat: een groot stenen gebouw met een grote klokkentoren. Redditch was een charmant klein dorpje. Riley was niet echt verbaasd dat het lichaam hier midden in de nacht heen gebracht zou kunnen worden zonder dat iemand het merkte. Het hele dorp zou diep in slaap zijn geweest. Het plein was omringd door bestrating, dus er waren geen voetafdrukken van de moordenaar te vinden.
De plaatselijke politie had het plein met lint afgezet en hield toeschouwers weg. Maar Riley kon zien dat er zich al pers verzamelde buiten het lint.
Ze maakte zich zorgen. Tot nu toe hadden de media nog niet doorgehad dat de vorige twee moorden en de verdwijning van Meara Keagan allemaal verbonden waren. Maar met deze nieuwe moord zou er sowieso iemand zijn die het verband zou zien. Het zou vroeg of laat openbare kennis worden. Dan zou het onderzoek een stuk lastiger worden.
Vlakbij stond Redditchs politiechef, Aaron Pomeroy.
“Hoe en wanneer is het lichaam gevonden?” vroeg Riley hem.
“We hebben een stratenveger die nog voor de dauw aan het werk gaat. Hij heeft haar gevonden.”
Pomeroy zag er zwaar overstuur uit. Het was een oudere man met overgewicht. Riley ging ervan uit dat zelfs in een klein dorpje zoals dit, een agent van zijn leeftijd vast wel een of twee moorden had meegemaakt. Maar hij had waarschijnlijk nog nooit met zoiets schokkends te maken gehad.
Agent Lucy Vargas hurkte naast het lijk en bestudeerde het van dichtbij.
“Onze moordenaar is zeer zelfverzekerd,” zei Lucy.
“Waarom denk je dat?” vroeg Riley.
“Nou, hij stelt de lichamen tentoon,” zei ze. “Metta Lunoe werd in een open veld gevonden, Valerie Bruner langs de weg. Maar ongeveer de helft van de seriemoordenaars verplaatsen hun slachtoffers van de moordlocatie. Van degenen die dat doen, verbergt ongeveer de helft de lichamen. En de meeste lichamen die in het zicht liggen zijn gewoon gedumpt. Deze vertoning duidt erop dat hij best arrogant is.”
Riley was blij dat Lucy goed opgelet had tijdens de les. Maar om een of andere reden dacht ze niet dat het de moordenaar draaide om arrogantie. Hij probeerde niet op te scheppen of de autoriteiten te bespotten. Hij had een andere reden. Riley wist nog niet wat het was.
Maar ze wist vrij zeker dat het iets te maken had met de manier waarop het lichaam neergelegd was. Het was zowel onhandig als weloverwogen. De linkerarm van het meisje lag recht boven haar hoofd uitgestrekt. Haar rechterarm was ook recht, maar was lichtelijk naar de zijkant van haar lichaam gelegd. Zelfs het hoofd met gebroken nek was recht gelegd om op één lijn met de rest van het lichaam te liggen.
Riley dacht terug aan de foto’s van de andere slachtoffers. Ze zag dat Lucy een tablet mee had.
Riley vroeg haar, “Lucy, zou je de foto’s van de andere twee lichamen kunnen laten zien?”
Het duurde Lucy maar een paar seconden. Riley en Bill gingen naast Lucy staan om de twee afbeeldingen te bekijken.
Bill wees en zei, “Metta Lunoe’s lichaam was het spiegelbeeld van deze: rechterarm omhoog, linkerarm aan de zijkant van het lichaam. De rechterarm van Valerie Bruner wees omhoog, maar haar linkerarm was over haar lichaam heen geplaatst, en wees naar beneden.”
Riley bukte neer, pakte de pols van het lijk en probeerde deze te bewegen. De hele arm was bewegingsloos. De rigor mortis was al compleet. Alleen een medisch onderzoeker zou de precieze tijd van overlijden kunnen bepalen, maar Riley wist vrij zeker dat het meisje ten minste negen uur dood was. En net als de andere meisjes, was ze naar deze plek gebracht kort nadat ze gedood was.
Hoe langer ze keek, hoe meer iets aan Riley knaagde. De moordenaar had zoveel moeite gedaan bij het neerleggen van het lichaam. Hij had het lichaam het plein opgedragen, zes trappen op, en had het zorgvuldig geplaatst. Alsnog was de algehele positie niet logisch.
Het lichaam lag niet op een lijn met een van de muren van het paviljoen. Er was geen verband met de opening van het paviljoen of met de rechtbank of met iets anders wat Riley kon zien. Het leek in een willekeurige hoek neergelegd.
Maar deze vent doet niks willekeurig, dacht ze.
Riley had het gevoel dat de moordenaar een boodschap probeerde te communiceren. Maar ze had geen idee wat dat zou kunnen zijn.
“Wat denk jij van deze houdingen?” vroeg Riley aan Lucy.
“Ik weet het niet,” zei Lucy. “Niet veel moordenaars leggen hun lichamen in een pose. Het is opmerkelijk.”
Ze is echt nog heel nieuw in deze baan, herinnerde Riley zichzelf.
Lucy had nog niet begrepen dat de opmerkelijke zaken precies waren waar zij voor opgeroepen werden. Voor doorwinterde agenten zoals Riley en Bill, was de eigenaardigheid allang normaal geworden.
Riley zei, “Lucy, laten we eens naar de kaart kijken.”
Lucy bracht de kaart naar voren waarop de locaties van de andere twee lichamen stonden aangegeven.
“De lichamen zijn in een best klein cluster neergelegd,” zei Lucy, terwijl ze weer wees. “Valerie Bruner is minder dan vijftien kilometer van Metta