Название | Misdaad in het Donker |
---|---|
Автор произведения | Фиона Грейс |
Жанр | Современные детективы |
Серия | Een Lacey Doyle Cozy Mystery |
Издательство | Современные детективы |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781094344591 |
“Het is maar een antiek geweer!” zei Lacey tegen de beveiliger, die nog steeds beschermend voor raadslid Muir stond.
Uiteindelijk liet hij haar, nog steeds een beetje twijfelend, los.
Het raadslid streek haar mantelpak glad en streek door haar haar. “Dank je, Benson,” zei ze stijfjes tegen de man die op het punt had gestaan om een kogel voor haar op te vangen. Ze leek vooral in verlegenheid gebracht.
“Sorry, Joanie,” zei Suzy. “Dat ik een geweer op je richtte.”
Joanie? dacht Lacey. Dat was een behoorlijk informele manier om de vrouw aan te spreken. Kenden de twee elkaar soms persoonlijk?
Raadslid Muir zei niets. Haar blik gleed naar Lacey. “Wie is dit?”
“Dit is mijn vriendin Lacey,” zei Suzy. “Ze gaat de B&B inrichten. Hoop ik.”
Lacey deed een stap naar voren en stak haar hand uit naar het raadslid. Ze had haar nog nooit van dichtbij gezien, alleen wanneer ze vanaf het podium in het gemeentehuis, of op de flyers die weleens door de brievenbus van haar winkel vielen. De vrouw was in de vijftig, ouder dan op haar pr-foto; de lijnen rond haar ogen verraadden haar leeftijd. Ze zag er vermoeid en gestrest uit en ze schudde Lacey niet de hand; ze had haar handen vol met een dikke envelop.
“Is dat mijn bedrijfsvergunning?” piepte Suzy opgewonden toen ze de envelop zag.
“Ja,” zei raadslid Muir haastig terwijl ze haar de envelop overhandigde. “Ik kwam alleen langs om het af te geven.”
“Joanie heeft dit allemaal zo snel voor me geregeld,” zei Suzy tegen Lacey. “Wat is het woord? Je hebt het gesneld?”
“Versneld,” verbeterde een van de mannen haar, waarop raadslid Muir hem een scherpe blik toewierp.
Lacey fronste. Het was behoorlijk ongebruikelijk voor een raadslid om zakelijke vergunningen persoonlijk af te leveren. Toen Lacey de aanvraag voor haar eigen bedrijfsvergunning had ingediend, had ze heel veel online formulieren moeten invullen en urenlang in groezelige gemeentegebouwen moeten wachten tot het nummer op haar ticket werd omgeroepen, alsof ze in de rij stond bij de slager. Ze vroeg zich af waarom Suzy een speciale behandeling kreeg. En waarom spraken ze elkaar al bij de voornaam aan?
“Kennen jullie elkaar soms ergens van?” vroeg Lacey, die benieuwd was naar hoe dit precies zat.
Suzy grinnikte. “Joan is mijn tante.”
“Ah,” zei Suzy.
Dat was logisch. Raadslid Muir had het proces om het bejaardenhuis om te zetten naar een B&B versneld omdat ze familie was van Suzy. Carol had gelijk gehad. Er was hier veel vriendjespolitiek in het spel.
“Ex-tante,” corrigeerde raadslid Muir op defensieve toon. “En geen bloedverwant. Suzy is het nichtje van mijn ex-man. En dat heeft overigens geen rol gespeeld in het besluit om de vergunning toe te kennen. Het is hoog tijd dat Wilfordshire een goede B&B krijgt. Het toerisme neemt elk jaar toe en onze huidige faciliteiten kunnen de vraag niet aan.”
Wat Lacey betreft was het duidelijk dat raadslid Muir probeerde om het gesprek af te leiden van de zichtbare voorkeursbehandeling die Suzy had gekregen. Maar dat was echt niet nodig. Het veranderde Lacey’s mening over Suzy niet; het was immers niet haar fout dat ze goede connecties had en wat Lacey betreft toonde het karakter dat ze haar connecties gebruikte in plaats van op haar lauweren te rusten. Als ze van iemand een slechte indruk kreeg, dan was het wel van raadslid Muir zelf; en niet omdat ze haar invloed gebruikte om het nichtje van haar ex-man een enorme gunst te bewijzen, maar omdat ze er zo vaag en ontwijkend over deed. Geen wonder dat de Carols van Wilfordshire zo fel tegen het oostelijke vernieuwingsproject waren!
Het in het rood geklede raadslid was nog steeds excuses aan het maken. “Er is genoeg vraag voor twee B&Bs van dit formaat, zeker als je alle extra bezoekers meetelt die we krijgen door de oude schietvereniging terug te lokken.”
Lacey was meteen geïnteresseerd. Ze dacht aan Xaviers briefje en zijn suggestie dat haar vader in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om te jagen.
“De oude schietvereniging?” vroeg ze.
“Ja, die in Penrose Manor,” legde raadslid Muir uit. Ze gebaarde naar het westen, waar het landgoed aan de andere kant van de vallei lag.
“Er was daar ooit een bos, toch?” viel Suzy bij. “Ik hoorde dat Henry de Achtste de jachthut had laten bouwen zodat hij hier op wilde zwijnen kon jagen!”
“Dat klopt,” zei het raadslid met een zakelijk knikje. “Maar het bos werd uiteindelijk gekapt. Zoals met veel Engelse landgoederen gebeurde, ging de adel op vogels schieten toen geweren werden uitgevonden. Zo veranderde de sector in wat het nu is. Tegenwoordig fokken ze eenden, patrijzen en fazanten puur voor de jacht.”
“Hoe zit het dan met konijnen en duiven?” vroeg Lacey, denkend aan wat Xavier had geschreven.
“Die mogen het hele jaar door bejaagd worden,” bevestigde raadslid Muir. “De schietvereniging van Wilfordshire gaf buiten het jachtseizoen les aan amateurs. Zij oefenden op duiven en konijnen. Niet heel glamoureus, maar je moet ergens beginnen.”
Lacey liet de informatie even bezinken. Het kwam precies overeen met wat Xavier had geschreven, dus ze moest wel geloven dat haar vader echt in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om bij Penrose Manor te schieten. En dan was er ook nog de foto van haar vader en Iris Archer, de voormalige eigenaresse. Dat maakte het nog waarschijnlijker.
Was dat de reden waarom het wapen zo vertrouwd had gevoeld? Omdat ze er ergens nog herinneringen aan had?
“Ik wist niet dat er een jachthut was bij Penrose Manor,” zei ze. “Tot wanneer zat de schietvereniging daar?”
“Tot ongeveer tien jaar geleden,” antwoordde raadslid Muir. Ze klonk vermoeid, alsof ze dit gesprek liever niet wilde voeren. “Ze zijn gestopt vanwege…” ze zweeg even, zichtbaar zoekend naar de meest diplomatieke manier om haar woorden te formuleren. “…Financieel wanbeleid.”
Lacey wist het niet zeker, maar het leek of het raadslid melancholisch was, alsof ze een soort persoonlijke connectie had gehad met de schietvereniging en de ondergang ervan. Lacey wilde verder vragen om erachter te komen of er nog meer aanwijzingen waren die naar haar vader konden leiden, maar het gesprek veranderde alweer van onderwerp met Suzy’s enthousiaste “Dus je ziet hoeveel potentie dit heeft en waarom je gewoon aan boord moet komen!”
Het raadslid knikte stijfjes. “Als je een kans krijgt om betrokken te zijn bij de oostelijke vernieuwing van Wilfordshire,” zei ze, “zou ik die zeker aangrijpen. De B&B is nog maar het begin. Burgemeester Fletcher heeft grote plannen met deze stad. Als je een goede reputatie weet op te bouwen, sta je bij toekomstige projecten bovenaan ieders contactenlijst.”
Lacey raakte steeds meer geïntrigeerd door het aanbod. Niet alleen vanwege de kans om naamsbekendheid te krijgen—en tegelijkertijd een mooie winst te maken—maar ook omdat ze zich steeds meer verbonden voelde met Wilfordshire en daarmee ook met haar vader. Ze vroeg zich af of haar vader ook de potentie van de stad had gezien toen hij hier was. Misschien was dat wel waarom hij hierheen was gekomen, omdat hij zakelijke kansen zag en daarin wilde investeren?
Of omdat hij weg wilde vluchten van zijn huwelijk en zijn gezin, en zich wilde vestigen op een plek die beter bij hem paste, dacht Lacey.
“Ik moet nu echt gaan,” zei raadslid Muir, die haar entourage wenkte. Ze sprongen onmiddellijk op. “Ik moet dingen regelen. De inwoners zijn woedend over het voorstel om de hoofdstraat autovrij te maken. Echt, als je ziet hoe ze reageren zou je denken dat ik een voorstel heb goedgekeurd om lava over de weg te gieten.” Ze wierp Suzy een kort, efficiënt knikje toe en vertrok.
Zodra ze weg was wendde Suzy, met de envelop met haar bedrijfsvergunning in haar handen, zich met een ongeduldige blik tot Lacey.
“Dus?” vroeg ze. “Wat zeg je ervan? Doe je mee?”
“Is het goed als ik er nog even over nadenk?”
“Tuurlijk.” Suzy grinnikte.