Название | Bijna Weg |
---|---|
Автор произведения | Блейк Пирс |
Жанр | Зарубежные детективы |
Серия | |
Издательство | Зарубежные детективы |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781094304755 |
‘Nee. Morgen heeft Marc voetbaltraining.’ Antoinette sloot de klep van de piano.
‘Is er dan iets wat je nu zou willen doen?’ Misschien kon ze een band smeden met Antoinette als ze haar liet kiezen.
‘We zouden een wandeling door het bos kunnen maken. Dat vinden we allemaal leuk.’
‘Waar is het bos?’
‘O, één of twee kilometer verderop.’ Ze maakte een vaag gebaar. ‘We kunnen wel meteen gaan. Ik laat wel zien waar het is. Ik moet alleen even andere kleren aantrekken.’
Cassie had aangenomen dat het bos op het landgoed zou liggen en was verbaasd over Antoinettes antwoord. Maar een boswandeling – dat klonk als een fijne, gezonde activiteit in de buitenlucht. Cassie wist zeker dat Pierre dat zou goedkeuren.
*
Twintig minuten later waren ze klaar voor vertrek. Cassie keek naar binnen in elke kamer terwijl ze met de kinderen naar beneden liep, in de hoop dat ze Marnie of iemand anders van de huishouding zou zien, zodat ze hen kon laten weten waar ze naartoe gingen. Ze zag niemand, en had geen idee waar ze moest zoeken. Antoinette was ongeduldig; ze sprong van de ene voet op de andere van opwinding, dus Cassie besloot dat het belangrijker was om haar in een goed humeur te houden, zeker aangezien ze niet zo lang weg zouden zijn. Ze liepen het grindpad af met Antoinette voorop.
Achter een enorme eik zag Cassie een gebouw met vijf stallen. Ze had ze de vorige dag al zien liggen toen ze aankwam. Ze liep erheen om beter te kijken en zag dat de stallen leeg en donker waren, en dat de deuren open stonden. Het veld erachter was leeg, de houten omheining was op meerdere plekken ingestort, het hek hing buiten zijn scharnieren en het gras was lang en wild.
‘Hebben jullie hier paarden?’ vroeg ze Antoinette.
‘Vroeger wel, jaren geleden, maar al een hele tijd niet meer,’ zei ze. ‘Niemand van ons rijdt nog.’
Cassie keek naar de verlaten stallen terwijl ze dit nieuws in zich opnam. Maureen had haar incorrecte en zeer gedateerde informatie gegeven. De paarden hadden een rol gespeeld in haar beslissing om hier te komen. Het was een reden geweest om ja te zeggen. Dat er paarden waren had het huis beter, aantrekkelijker, levendiger doen klinken. Maar ze waren al jaren weg. Tijdens het interview had Maureen zelfs gezegd dat ze de kans zou krijgen om te leren paardrijden. Waarom had ze gelogen, en wat had ze nog meer gezegd dat misschien niet waar was?
‘Kom nou!’ Antoinette trok ongeduldig aan haar mouw. ‘We moeten opschieten!’
Terwijl Cassie zich omdraaide, bedacht ze zich dat Maureen geen reden had om verkeerde informatie te geven. De rest van haar beschrijving van het huis en het gezin waren vrij accuraat geweest, en als bureau kon ze alleen doorgeven wat haar werd verteld. Dat moest betekenen dat Pierre had gelogen. En dat, besefte ze, was nog zorgwekkender.
Toen ze eenmaal de hoek om waren en het chateau uit het zicht was, ging Antoinette langzamer lopen. Dat kwam Ella goed uit, want die klaagde dat haar schoenen pijn deden.
‘Niet zeuren,’ adviseerde Antoinette. ‘Papa zegt altijd dat je niet zo moet zeuren.’
Cassie tilde Ella op en voelde hoe haar mollige lijfje met elke stap zwaarder werd. Ze droeg ook al de rugzak met alle jassen en haar laatste paar euro’s in haar zijvakje.
Marc huppelde vooruit, brak takken af en gooide die als speren voor zich uit. Cassie moest hem voortdurend waarschuwen niet op het asfalt te lopen. Hij was zo achteloos en onoplettend dat hij makkelijk voor een auto zou kunnen springen.
‘Ik heb honger!’ klaagde Ella.
Cassie dacht geërgerd terug aan haar onaangeraakte ontbijtbord.
‘Er zit een winkeltje om de hoek,’ zei Antoinette. ‘Daar verkopen ze koude drankjes en snacks.’ Ze was opvallend vrolijk vandaag, ook al had Cassie geen idee waarom. Ze was al lang blij dat Antoinette haar wat meer leek te mogen.
Ze had gehoopt dat de winkel misschien goedkope horloges zou verkopen, want zonder telefoon wist ze niet hoe laat het was. Maar het bleek een tuinierswinkel te zijn, die voornamelijk zaadjes, kleine boompjes en mest verkocht. De kiosk bij de kassa verkocht alleen frisdrank en snoep. De bejaarde eigenaar, die op een barkruk naast een gaskachel zat, legde uit dat hij niets anders had. De prijzen waren torenhoog en Cassie telde gespannen haar kleine restje geld uit, waarmee ze chocola en een blikje sap kocht voor elk kind.
Terwijl ze betaalde, renden de kinderen naar de overkant van de straat om naar een ezel te kijken. Cassie riep dat ze terug moesten komen, maar ze negeerden haar.
De grijsaard haalde medelijdend zijn schouders op. ‘Het blijven kinderen. Ze komen me bekend voor. Wonen jullie in de buurt?’
‘Ja. Dit zijn de kinderen van de familie Dubois. Ik ben de nieuwe au pair, dit is mijn eerste werkdag,’ zei Cassie.
Ze had gehoopt op een gemoedelijke blik van herkenning, maar in plaats daarvan sperde de man zijn ogen wijd open van schrik. ‘Die familie? Daar werk jij voor?’
‘Ja.’ Cassies angsten laaiden onmiddellijk weer op. ‘Waarom? Kent u ze?’
Hij knikte. ‘Iedereen hier kent ze. En Diane, Pierres vrouw, kocht wel eens planten van me.’
Hij zag de verwarring op haar gezicht. ‘De moeder van de kinderen,’ lichtte hij toe. ‘Zij is vorig jaar overleden.’
Cassie staarde hem ongelovig aan terwijl haar hersenen op topsnelheid werkten. Ze kon haar oren niet geloven. De moeder van de kinderen was overleden, en zo kort geleden. Waarom had niemand hier iets over gezegd? Maureen had het niet eens genoemd. Cassie had aangenomen dat Margot hun moeder was, maar nu begreep ze hoe naïef dat was geweest; Margot was veel te jong om een kind van twaalf te hebben.
Dit gezin was pas nog door een periode van rouw gegaan, was uiteengereten door een enorme tragedie. Maureen had haar dit moeten vertellen. Maar Maureen had niet geweten dat de paarden er niet meer waren, omdat haar dat niet verteld was. Met een steek van angst vroeg Cassie zich af of Maureen dit überhaupt geweten had.
Wat was er gebeurd met Diane? Hoe had haar overlijden Pierre beïnvloed, en de kinderen, en de gezinsdynamiek? Wat vonden ze ervan dat Margot zo kort daarop al haar intrede had gedaan? Geen wonder dat ze de spanning als een donderwolk voelde hangen over zo ongeveer iedere interactie die zich binnen die muren afspeelde.
‘Wat… wat vreselijk,’ stamelde ze, zich realiserend dat de man haar nieuwsgierig bekeek. ‘Ik wist niet dat het pas zo kort geleden was. Haar dood moet heel traumatisch geweest zijn voor iedereen.’
Met een diepe frons overhandigde de winkeleigenaar haar het wisselgeld, en ze stopte het karige stapeltje muntjes in haar zak. ‘Je weet natuurlijk wat de achtergrond van die familie is.’
‘Ik weet er niet veel van, dus ik zou het erg op prijs stellen als u er iets over zou vertellen.’ Cassie leunde gespannen over de toonbank.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Het is niet aan mij om daar meer over te vertellen. Je werkt voor de familie.’
Waarom zou dat iets uitmaken, vroeg Cassie zich af? Haar nagel duwde in haar nagelriem en ze besefte met een schok dat ze haar oude gewoonte weer had opgepikt. Nou, ze was dan ook flink gestrest. Wat de man haar had verteld was al zorgwekkend genoeg, maar wat hij weigerde te vertellen was nog veel erger. Misschien zou hij open tegen haar zijn als ze eerlijk was.
‘Ik begrijp niets van de situatie hier, en ik ben bang dat ik mezelf in de nesten heb gewerkt. Eerlijk gezegd is me niet eens verteld dat Diane was overleden. Ik weet niet wat er is gebeurd, of hoe het daarvoor was. Als ik een beter beeld had, zou dat echt helpen.’
Hij knikte en keek begrijpend, maar toen ging de telefoon in het kantoor en wist ze dat haar kans verkeken was. Hij liep naar achteren om op te nemen en deed de deur achter zich dicht.
Teleurgesteld draaide Cassie zich om, met de rugzak die nu twee keer zo zwaar leek als daarvoor. Misschien was het de verontrustende informatie die de winkeleigenaar haar