Название | De perfecte wijk |
---|---|
Автор произведения | Блейк Пирс |
Жанр | Зарубежные детективы |
Серия | |
Издательство | Зарубежные детективы |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781094304106 |
HOOFDSTUK EEN
De splinters van de houten stoelleuningen prikten in de armen van Jessica Thurman die met grof touw aan de stoel gebonden waren. De huid op haar armen was ruw en bloedde op verschillende plaatsen als gevolg van haar voortdurende pogingen om zichzelf lost te rukken.
Hoewel ze pas zes jaar was, was Jessica sterk. Maar ze was niet sterk genoeg om zichzelf te bevrijden uit de touwen waarmee haar ontvoerder haar vastgemaakt had. Ze kon niets anders doen dan daar zitten met haar oogleden open getapet, terwijl haar moeder hulpeloos voor haar stond met haar armen aan de houten balken van het plafond geketend in de verlaten hut in de Ozarks waar ze beiden vastgehouden werden.
Ze kon het gefluister van haar ontvoerder horen. Hij stond achter haar en zei dat ze moest kijken. Zacht noemde hij haar “kevertje”. Ze kende de stem maar al te goed.
Het was immers de stem van haar vader.
Opeens, met een onverwachte kracht die ze niet voor mogelijk had gehouden, wierp Jessica haar lichaam opzij, waardoor de stoel – en zijzelf – op de grond vielen. Ze voelde geen klap toen ze de grond raakte, wat ze vreemd vond.
Ze keek op en zag dat ze niet meer in de hut lag. In plaats daarvan lag ze op de grond in de entreehal van een indrukwekkende, moderne villa. En ze was niet meer de zes jaar oude Jessica Thurman. Ze was nu de achtentwintig jaar oude Jessie Hunt en ze lag op de grond in haar eigen huis. Ze keek omhoog naar een man die de pook van de open haard boven zijn hoofd hield en op het punt stond om haar daarmee te slaan. Maar die man was niet haar vader.
Het was haar echtgenoot Kyle.
Zijn ogen gloeiden met een razende intensiteit toen hij met de pook naar haar gezicht sloeg.
Ze bracht haar armen omhoog om zich te verdedigen, maar wist dat het te laat was.
*
Jessie hapte naar adem toen ze wakker werd. Ze hield haar armen nog steeds boven haar hoofd alsof ze de aanval wilde tegenhouden. Maar ze was alleen in de flat. Ze duwde zichzelf naar voren in het bed zodat ze rechtop zat. Zowel haar lichaam als de lakens waren helemaal bezweet. Haar hart klopte zo hevig dat het uit haar lichaam leek te komen.
Ze zwaaide haar benen naast het bed en plaatste haar voeten op de grond, terwijl ze naar voren boog en haar ellebogen op haar dijen zette en haar hoofd met haar handen steunde. Nadat ze haar lichaam enkele seconden gegund had om zich aan te passen aan haar werkelijke omgeving – de flat van haar vriendin Lacy in Downtown Los Angeles – keek ze naar het klokje naast het bed. Het was 3:54.
Terwijl ze het zweet voelde opdrogen op haar huid stelde ze zichzelf gerust.
Ik ben niet meer in die hut. Ik ben niet meer in dat huis. Ik ben veilig. Het zijn enkel nachtmerries. Die mannen kunnen me niet meer kwetsen.
Dat was natuurlijk maar de halve waarheid. Haar toekomstige ex-echtgenoot Kyle zat in de gevangenis te wachten op het proces van verschillende misdaden, waaronder poging tot moord op Jessie, maar haar vader werd nooit gevangengenomen.
Hij verscheen nog vaak in haar dromen. Wat erger was, was dat ze onlangs te weten was gekomen dat hij nog steeds naar haar op zoek was, hoewel ze als kind in een getuigenbeschermingsprogramma geplaatst werd, een nieuw thuis gekregen had en een nieuwe naam.
Jessie stond op en liep naar de douche. Het had geen zin te proberen opnieuw te slapen. Ze wist dat dat niet zou lukken.
Bovendien dwaalde er een idee in haar hoofd rond dat ze wilde uitwerken. Misschien werd het tijd dat ze ermee ophield te aanvaarden dat deze nachtmerries onvermijdelijk waren. Misschien moest ze ophouden angst te hebben voor de dag dat haar vader haar zou vinden.
Misschien werd het tijd om op hem te jagen.
HOOFDSTUK TWEE
Tegen de tijd dat haar oude vriendin van de universiteit en huidige huisgenote Lacy Cartwright naar de ontbijtkamer kwam, was Jessie al meer dan drie uur wakker. Ze had een verse pot koffie gezet en goot koffie in een kopje voor Lacy, die naar haar toe liep en het dankbaar aannam, terwijl ze sympathiek glimlachte. “Weer een boze droom?” vroeg ze.
Jessie knikte. In de zes weken dat Jessie in de flat van Lacy gewoond had terwijl ze haar leven opnieuw op het goede spoor probeerde te krijgen, was haar vriendin gewend geraakt aan het min of meer regelmatige gegil midden in de nacht en aan het vroege opstaan. Dat gebeurde ook af en toe toen ze nog op school zaten, dus was het geen totale verrassing. Maar de frequentie was dramatisch toegenomen sinds haar echtgenoot haar had geprobeerd te vermoorden.
“Maakte ik lawaai?” vroeg Jessie verontschuldigend.
“Een beetje,” gaf Lacy toe. “Maar je stopte na enkele seconden met schreeuwen. Ik viel meteen weer in slaap.”
“Het spijt me echt, Lace. Misschien moet ik oordopjes voor je kopen of een machine die harde geluiden neutraliseert, die je kan gebruiken tot ik verhuis. Ik beloof dat dat snel zal gebeuren.”
“Maak je daar maar geen zorgen om. Je gaat er beter mee om dan ik zou kunnen,” drong Lacy aan, terwijl ze haar lange haar in een staart vastmaakte.
“Lief dat je dat zegt.”
“Ik ben niet