Название | Heerser, Rivaal, Banneling |
---|---|
Автор произведения | Морган Райс |
Жанр | Героическая фантастика |
Серия | Over Kronen en Glorie |
Издательство | Героическая фантастика |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781640299894 |
Ze schudde haar hoofd. “Niet allemaal. Maar ze weten meer dan wij. Ze zijn met meer dan wij. Als zij spreken, moeten we luisteren. Kijk naar jezelf.”
Thanos fronste. Hij was niet één van de Bottenmensen die zich liet commanderen door degenen die met de doden spraken.
“Ik?”
“Zou je in deze situatie hebben gezeten zonder de beslissingen die je ouders en de ouders van je ouders hebben gemaakt?” vroeg Jeva. “Je bent een prins. Al je macht rust op de doden.”
Ze had een punt, maar Thanos wist niet of dat hetzelfde was.
“Ik bepaal wat ik doe voor de levenden, niet voor de doden,” zei hij.
Jeva lachte alsof het een bijzonder goede grap was, en kneep haar ogen toen samen. “Oh, je bedoelt het serieus. Wij hebben ook mensen die dat zeggen. Het zijn voornamelijk gestoorden. Maar ja, deze wereld is gestoord, dus wie ben ik om hen te veroordelen? Waar gaan we nu heen?”
Thanos had daar geen antwoord op.
“Ik weet het niet,” gaf hij toe. “Mijn vader vertelde me waar ik meer te weten kon komen over mijn echte moeder, en daarna zei de voormalige koningin dat ze ergens anders was.”
“Nou,” zei Jeva. “We moeten gaan. Nieuws van de doden mag niet genegeerd worden. We zouden ook terug kunnen gaan naar het land van mijn volk. Ze zullen ons verwelkomen na wat er met de vloot is gebeurd.”
Ze leek niet ontmoedigt door het vooruitzicht dat ze haar mensen over alle doden moest vertellen. Ze leek ook van tijd tot tijd even naar Ceres te kijken, met een blik van bewondering in haar ogen.
“Ze is alles dat je zei dat ze is. Wat er ook tussen jullie in staat, los het op.”
Ze deed het zo simpel klinken, alsof het zo eenvoudig was als het alleen maar uitspreken. Thanos betwijfelde dat iets ooit zo simpel kon zijn.
“Ik probeer het.”
“Doe beter je best,” zei ze.
Dat wilde Thanos ook. Hij wilde naar Ceres toe gaan en haar zijn liefde verklaren. Bovenal wilde hij haar vragen om de zijne te worden. Het leek alsof ze daar al eeuwen op wachtten.
Jeva wuifde hem weg. “Ga, ga naar haar toe.”
Thanos wist niet of hij het leuk vond om zo weggestuurd te worden, maar hij moest toegeven dat Jeva gelijk had als het aankwam op Ceres. Hij liep naar haar en de anderen toe, en zag dat ze een ernstige blik in haar ogen had.
Haar vader draaide zich naar hem om en pakte Thanos’ hand even vast.
“Het is goed om je weer te zien, jongen,” zei hij. “Als jij er niet was geweest hadden we het waarschijnlijk heel moeilijk gekregen.”
“Jullie zouden wel een uitweg gevonden hebben,” zei Thanos.
“Nu moeten we onze weg vinden,” antwoordde Berin. “Het lijkt erop dat iedereen hier ergens anders heen wil.”
Thanos zag Ceres knikken.
“De krijgsheren vinden dat we naar de vrije woestijn moeten gaan om huurlingen te worden,” zei ze. “Sartes heeft het erover dat hij terug wil naar het platteland van het Rijk. Ik denk erover om terug te gaan naar het Eiland van de Mist.”
“Jeva had het erover dat ze wel terug wil naar haar volk,” zei Thanos.
“En jij?” vroeg Ceres.
Hij dacht erover om haar te vertellen over het land van de wolkenbergen, over zijn moeder, en zijn kans om haar te vinden. Hij dacht dat hij overal wel kon wonen, zolang het maar met Ceres was. Maar toen keek hij naar Akila.
“Ik ga waar jij gaat,” zei hij, “maar ik denk niet dat Akila een lange reis zal overleven.”
“Dat denk ik ook niet,” zei Ceres.
Thanos kende haar goed genoeg om te weten dat ze al had besloten waar ze heen ging. Thanos was verrast dat ze niet al de leiding had genomen. Hij kon echter wel raden waarom. De laatste keer dat ze de leiding had gehad, had ze Delos verloren. Eerst aan Stephania, en toen aan Felldust.
“Het is goed,” zei Thanos, die haar arm aanraakte. “Ik vertrouw je. Ik ga waar jij gaat.”
Hij had het vermoeden dat hij niet de enige zou zijn. Ceres’ familie zou met haar mee gaan, en de krijgsheren hadden hun trouw aan haar gezworen, ondanks wat ze zeiden over elders het avontuur opzoeken. Wat betreft Jeva… wel, Thanos kende de vrouw niet goed genoeg om te weten wat zij zou doen, maar ze konden haar altijd ergens afzetten als ze dat wilde.
“We kunnen de smokkelboot die je naar Delos heeft gebracht niet inhalen,” zei Ceres. “Zelfs als we wisten waar ze was, kan deze kleine boot niet snel genoeg varen. En als we proberen om te ver te gaan… ik denk dat Akila dat niet zal halen.”
Thanos knikte. Hij had de wond gezien die de Eerste Steen hun vriend had toegebracht. Akila had tot dusver overleefd op pure wilskracht, maar hij had een echte genezer nodig, en snel.
“Waarheen dan?” vroeg Thanos.
Ceres keek hem aan, en toen naar de anderen. Ze leek bijna bang om te zeggen wat ze wilde zeggen.
“Er is maar één plek waar we heen kunnen,” zei Ceres. Ze verhief haar stem zodat iedereen op de boot haar kon horen. “We moeten naar Haylon.”
Haar vader en broertje begonnen meteen hun hoofd te schudden. Zelfs de krijgsheren leken niet al te gelukkig.
“Haylon zal niet veilig zijn,” zei Berin. “Nu Delos gevallen is, zal het een doelwit zijn.”
“Dan moeten we hen helpen om het eiland te verdedigen,” zei Ceres. “Misschien zullen er deze keer geen mensen zijn die het onder ons vandaan proberen te trekken.”
Dat was een goed punt. Er waren meerdere redenen waarom Delos gevallen was: het formaat van de vloot uit Felldust, de mensen die niet waren gebleven om te vechten, het gebrek aan stabiliteit tijdens Stephania’s coup. Misschien zou het op Haylon anders zijn.
“Ze hebben hun vloot niet,” merkte Thanos op. “Ik heb de meesten overgehaald om Delos te helpen.”
Hij werd overspoeld door schuldgevoelens. Als hij Akila niet had overgehaald om te helpen, zouden zoveel goede mensen nu niet dood zijn, en zou Haylon de middelen hebben gehad om zichzelf te verdedigen. Zijn vriend zou nu niet gewond op het dek van hun boot hebben gelegen, wachtend op hulp.
“We… hebben er zelf voor gekozen om te komen,” bracht Akila uit.
“Als ze geen vloot hebben, is dat des te meer reden voor ons om ze te helpen,” zei Ceres. “Denk eens na. Het is de enige vriendelijke plek die in de buurt ligt. Ze hebben het Rijk tegengehouden, Felldust durfde toen niet aan te vallen. Ze hebben ons nodig. En Akila ook. We gaan naar Haylon.”
Thanos kon er niets tegenin brengen. Bovendien kon hij zien dat de anderen overtuigd waren. Daar was Ceres altijd al goed in geweest. Het was haar naam geweest, niet de zijne, die de Bottenmensen overtuigd had om te helpen. Zij was degene geweest die de mannen van Heer West had overtuigd, en de rebellen. Ze wist hem elke keer opnieuw te verbazen.
Thanos zou gaan waar zij heen wilde, naar Haylon en verder. Hij kon altijd nog op zoek gaan naar zijn afkomst. Ceres was nu belangrijk; Ceres, en overleven in de chaos die Felldust zou veroorzaken als ze zich voorbij Delos verspreidden. Hij had het op de steigers in Port Leeward gehoord: dit zou geen snelle inval zijn.
“We hebben één probleem als we naar Haylon willen,” merkte Sartes op. “Om daar te komen moeten we door de vloot van Felldust heen. Dat is in de richting waar ze vandaan kwamen, toch? En ik denk niet dat de schepen nog in de haven van Delos liggen.”
“Dat klopt,” zei Thanos, denkend aan wat hij in Felldust had gezien. Er hadden hele flottieljes gelegen die nog niet naar het Rijk waren vertrokken; de schepen van de andere Stenen die hadden afgewacht om te zien wat er zou gebeuren, of nog bezig