Название | Nacht van de Dapperen |
---|---|
Автор произведения | Морган Райс |
Жанр | Героическая фантастика |
Серия | Koningen En Tovernaars |
Издательство | Героическая фантастика |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781632915948 |
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
Omslagafbeelding Copyright Algol, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.
INHOUD
HOOFDSTUK EEN
Duncan liep door de wegebbende vloed terwijl het water tegen zijn kuiten spetterde, geflankeerd door tientallen van zijn mannen. Zo trokken ze door het drijvende kerkhof. Honderden Pandesiaanse lijken dreven voorbij en botsten tegen zijn benen aan terwijl hij door de overblijfselen van de Everfall stortvloed waadde. De zee van levenloze lichamen strekte zich uit zo ver het oog reikte, en de Pandesiaanse soldaten spoelden uit het overstroomde ravijn de woestijn in. Er hing een plechtige, victorieuze sfeer.
Duncan keek neer op het overstroomde ravijn, dat nog steeds lijken uitspuwde. Hij draaide zich om en keek naar de horizon, in de richting van Everfall, waar de kolkende stroming inmiddels was vertraagd tot een kalm riviertje. Langzaam voelde hij de opwinding van overwinning in zich opwellen. Zijn verbijsterde mannen baanden zich vol ongeloof een weg door het water, en het begon langzaam tot hen door te dringen dat ze echt hadden gewonnen. Overal om hem heen rees het victorieuze gejuich van zijn mannen op. Tegen alle verwachtingen in hadden ze het overleefd, en ze hadden de veel grotere strijdmacht verslagen. Leifall had zich aan zijn woord gehouden. Duncan werd overspoeld met dankbaarheid voor zijn trouwe soldaten, voor Leifall, Anvin, en bovenal, voor zijn zoon. Hoe somber het er ook voor hen uit had gezien, ze hadden niet aan hun angst toegegeven.
Er klonk gerommel in de verte, en toen Duncan opkeek zag hij tot zijn grote blijdschap Leifall en zijn mannen van Leptus en Anvin en Aidan, met White op hun hielen, terugkeren van Everfall om zich met hen te herenigen. Ze werden vergezeld door Leifalls kleine leger van enkele honderden mannen. Hun triomfantelijk geschreeuw was zelfs vanaf hier hoorbaar.
Duncan keek weer naar het noorden en zag een zwarte horizon in de verte. Daar, op misschien een dag rijden, waren de overblijfselen van het Pandesiaanse leger zich aan het voorbereiden om hun nederlaag te wreken. De volgende keer zouden ze niet met tienduizend man aanvallen, wist Duncan, maar met honderdduizend.
Duncan wist dat ze niet veel tijd hadden. Hij had één keer geluk gehad, maar hij zou met geen mogelijkheid een aanval van honderdduizend soldaten aan kunnen, zelfs niet met alle trucs in de wereld. En hij had geen trucs meer. Hij had een nieuwe strategie nodig, en snel.
Terwijl zijn mannen zich om hem heen verzamelden, keek Duncan naar hun harde, ernstige gezichten. Hij wist dat deze grote krijgers naar hem keken om hen te leiden. Hij wist dat wat voor beslissing hij ook zou nemen, het zou niet alleen hem beïnvloeden, maar al deze geweldige mannen—inderdaad, het zou het lot van Escalon beïnvloeden. Hij was het hen allemaal verschuldigd om een goede keus te maken.
Duncan pijnigde zijn hersenen, hopend op een antwoord, en overdacht alle vertakkingen van elke mogelijke strategie. Alle strategieën waren riskant, ze droegen allemaal afschuwelijke repercussies met zich mee, en ze waren allemaal nog riskanter dan wat hij hier in het ravijn had gedaan.
“Commandant?” klonk een stem.
Duncan draaide zich om en zag een ernstige Kavos staan, die hem respectvol aankeek. Achter hem stonden honderden mannen met hetzelfde