Название | Een Hemel Van Spreuken |
---|---|
Автор произведения | Морган Райс |
Жанр | Героическая фантастика |
Серия | De Tovenaarsring |
Издательство | Героическая фантастика |
Год выпуска | 0 |
isbn | 9781632912664 |
“Goed om je terug te hebben!” riep Elden uit terwijl hij naar voren stormde en enkele Faws uitschakelde met zijn strijdbijl.
Reece pauzeerde even op de top en tuurde in de mist terwijl hij zich afvroeg welke kant ze op moesten. Het pad splitste zich in tweeën, en hij stond op het punt naar rechts te gaan.
Maar plotseling rende Centra langs hem, die de linker splitsing nam.
“Volg mij!” riep Centra terwijl hij rende. “Het is de enige weg!”
Terwijl de duizenden Faws de helling opklommen, renden Reece en de anderen achter Centra aan, glibberend en glijdend de andere kant van de heuvel over. De grond trilde nog steeds. Reece was blij dat hij Centra’s leven had gered.
“We moeten terug omhoog!” riep Reece, die niet zeker wist welke kant Centra op ging.
Ze baanden zich een weg tussen de dikke, knoestige bomen door en deden hun best om Centra bij te houden terwijl hij door de mist over een met boomwortels begroeid spoor navigeerde.
“Er is maar één manier om die dingen af te schudden!” riep Centra terug. “Blijf op mijn spoor!”
Ze volgden Centra op zijn hielen, struikelend over boomwortels, terwijl de takken sneeën in hun armen achterlieten. Reece kon nauwelijks een hand voor ogen zien door de dikke mist.
Ze renden tot hun longen pijn deden. Het afschuwelijke gekrijs van de duizenden Faws kwam steeds dichterbij. Elden en O’Connor probeerden Krog zo goed mogelijk te helpen, maar hij zorgde voor vertraging. Reece hoopte en bad dat Centra wist waar hij heen ging; hij kon de rotswand van het Ravijn helemaal niet zien vanaf hier.
Plotseling hield Centra abrupt halt, en hij strekte zijn hand uit om Reece tegen te houden.
Reece keek naar beneden en zag een steile afgrond voor zijn voeten liggen, met daaronder een wild kolkende rivier.
Reece keek Centra vragend aan.
“Water,” legde Centra hijgend uit. “Ze zijn bang voor water.”
De anderen stopten naast hen en staarden naar het bulderende water terwijl ze probeerden op adem te komen.
“Het is jullie enige kans,” voegde Centra toe. “Steek deze rivier over en je bent ze kwijt. In elk geval voor nu. Zo kun je tijd winnen.”
“Maar hoe?” vroeg Reece, terwijl hij naar het schuimende groene water staarde.
“Die stroming is dodelijk!” zei Elden.
Centra grijnsde.
“Dat is nog wel het minste waar jullie je zorgen om moeten maken,” antwoordde hij. “Dat water zit vol met Fourens—de meest dodelijke dieren ter wereld. Val erin, en ze verscheuren je.”
Reece keek nadenkend neer op het water.
“Dan kunnen we niet zwemmen,” zei O’Connor. “En ik zie geen boot.”
Reece keek over zijn schouder. Hij hoorde de Faws dichterbij komen.
“Dit is jullie enige kans,” zei Centra, en hij haalde een lange liaan tevoorschijn, die aan een boom was vastgebonden. “We moeten naar de andere kant zwaaien,” zei hij. “Glij niet uit. En zorg dat je de overkant haalt. Zwaai hem terug naar ons als je aan de overkant bent.”
Reece keek neer op het kolkende water en zag kleine, gloeiende gele wezens omhoog springen, als zonnebaarzen, happend met hun kaken. Ze waren met hele scholen, en ze zagen eruit alsof ze op hun volgende maaltijd wachtten.
Reece wierp een blik over zijn schouder en zag het leger van Faws aan de horizon. Ze hadden geen keus.
“Jij kunt eerst gaan,” zei Centra tegen Reece.
Reece schudde zijn hoofd.
“Ik ga als laatste,” antwoordde hij. “Voor het geval dat we het niet allemaal op tijd redden. Ga jij eerst. Jij hebt ons hierheen gebracht.”
Centra knikte.
“Dat hoef je me geen twee keer te vragen,” zei hij met een nerveuze glimlach.
Centra greep de liaan stevig vast en zette zich met een schreeuw af. Hij zwaaide snel over het water heen en tilde zijn voeten op om de bijtende wezens te ontwijken. Toen landde hij aan de overkant.
Hij had het gehaald.
Centra ging glimlachend staan; hij greep de liaan, en zwaaide hem terug over de rivier.
Elden greep hem vast en hield hem omhoog voor Indra.
“Dames eerst,” zei hij.
Ze trok een grijns.
“Ik heb geen verwennerij nodig,” zei ze. “Jij bent groot. Misschien breekt hij wel. Ga jij maar, dan hebben we dat achter de rug. Val er niet in—of deze dame moet je redden.”
Elden keek beteuterd terwijl hij de liaan vastpakte.
“Ik wilde alleen maar helpen,” zei hij.
Elden zette zich met een schreeuw af, zeilde door de lucht, en kwam aan de overkant naast Centra terecht.
Hij zwaaide het touw terug, en O’Connor ging, gevolgd door Serna, en toen Indra, en toen Conven.
Alleen Reece en Krog moesten nog.
“Nou, ik geloof dat alleen wij tweeën nog over zijn,” zei Krog tegen Reece. “Ga. Red jezelf,” zei Krog, die nerveus een blik over zijn schouder wierp. “De Faws zijn te dichtbij. Er is niet genoeg tijd om het allebei te halen.”
Reece schudde zijn hoofd.
“Niemand blijft achter,” zei hij. “Als jij niet gaat, ga ik ook niet.”
Ze bleven allebei koppig staan, en Krog werd steeds nerveuzer. Hij schudde zijn hoofd.
“Je bent een idioot. Waarom geef je zoveel om me? Ik zou niet eens half zoveel om jou geven.”
“Ik ben nu de leider, en dat maakt jou mijn verantwoordelijkheid,” antwoordde Reece. “Jij bent niet belangrijk voor me. Eer wel. En mijn eer verbiedt het me om iemand achter te laten.”
Ze draaiden zich nerveus om terwijl de eerste Faws hen bereikten. Reece en Krog haalden uit met hun zwaarden en doodden hen.
“We gaan samen!” riep Reece uit.
Zonder nog een seconde te verspillen, greep Reece Krog vast. Hij drapeerde hem over zijn schouder, pakte het touw en schreeuwend zetten ze zich af, een seconde voordat de Faws de kust bestormden.
Ze zeilden door de lucht naar de andere kant.
“Help!” schreeuwde Krog.
Krog begon van Reece’ schouder af te glijden, en hij greep de liaan vast; maar die was inmiddels zeiknat van het kolkende water, en Krog kreeg geen houvast. Reece strekte zijn hand uit om hem te grijpen, maar het gebeurde allemaal te snel: Reece’ hart sloeg een slag over terwijl hij noodgedwongen Krog het kolkende water in zag vallen.
Reece landde op de andere oever en rolde over de grond. Hij rolde overeind en wilde weer terug naar het water rennen—maar voor hij kon reageren, brak Conven los van de groep. Hij stormde naar voren en dook voorover in het razende water.
Reece en de anderen keken ademloos toe. Was Conven echt zo dapper, vroeg Reece zich af? Of suïcidaal?
Conven zwom onbevreesd door de hevige stroming. Op de één of andere manier slaagde hij erin om Krog te bereiken zonder door de wezens gebeten te worden, en hij greep hem vast. Hij legde zijn arm om zijn schouder heen en begon tegen de stroming in te zwemmen, terug naar de kust.
Plotseling schreeuwde Krog het uit.
“MIJN BEEN!”
Krog kronkelde van de pijn terwijl een Fouren zich vastbeet in zijn been. Zijn glimmende gele schubben waren zichtbaar. Conven bleef doorzwemmen tot hij de kust bereikte en Reece en de anderen hen uit het water trokken. Op dat moment sprong er een school Fourens