Een Gift Van Wapens . Морган Райс

Читать онлайн.
Название Een Gift Van Wapens
Автор произведения Морган Райс
Жанр Героическая фантастика
Серия De Tovenaarsring
Издательство Героическая фантастика
Год выпуска 0
isbn 9781632912152



Скачать книгу

en zijn voeten gleden steeds weg op het gladde gesteente. Hij had niet verwacht dat het zo moeilijk zou zijn. Hij had naar beneden gekeken en het terrein bestudeerd, de vorm van het gesteente, en had gezien dat het op sommige plaatsen recht naar beneden liep, perfect glad en onmogelijk om te beklimmen; op andere plekken was het bedekt met mos; en op andere plekken had het een oneven helling, met gaten, kieren en spleten waar ze hun voeten en handen in konden doen. Hij had zelfs een aantal richels gespot waar ze zouden kunnen rusten.

      Toch bleek de daadwerkelijke afdaling veel moeilijker dan het had geleken. De mist benam hem het zicht, en terwijl Reece slikte en naar beneden keek, had hij steeds meer moeite om steun voor zijn voeten te vinden. Om maar niet te spreken van het feit dat zelfs na uren afdalen de bodem, als die zelfs maar bestond, nog steeds niet in het zicht was.

      Van binnen werd Reece overspoeld door een groeiende angst. Zijn keel werd droog. Een deel van hem vroeg zich af of hij niet een ernstige fout had begaan.

      Maar hij wilde zijn angst niet aan de anderen laten zien. Nu Thor weg was, was hij hun leider, en hij moest een voorbeeld geven. Hij wist ook dat het hem geen goed zou doen om aan zijn angsten toe te geven. Hij moest sterk en gefocust blijven; hij wist dat angst zijn vaardigheden alleen maar zou belemmeren.

      Reece’ handen trilden terwijl hij zichzelf weer bijeen raapte. Hij vertelde zichzelf dat hij moest vergeten wat er beneden hem was, en zich moest concentreren op de afdaling.

      Stapje voor stapje, zei hij tegen zichzelf. Hij begon zich al beter te voelen.

      Reece vond weer een steun voor zijn voeten, deed weer een stap naar beneden, toen nog één, en vond zijn ritme weer terug.

      “KIJK UIT!” riep iemand.

      Reece zette zich schrap terwijl er kleine steentjes op hem neerregenden. Hij keek op en zag een grote rots naar beneden vallen. Hij kon hem nog maar net ontwijken.

      “Sorry!” riep O’Connor naar beneden. “Los gesteente!”

      Reece’ hart ging hevig tekeer terwijl hij weer naar beneden keek en probeerde om kalm te blijven. Hij wilde zo graag weten waar de bodem was; hij greep een kleine steen die op zijn schouder terecht was gekomen en gooide hem naar beneden.

      Hij keek hem na, wachtend om te zien of hij iets zou horen.

      Maar hij hoorde niets.

      Zijn onheilspellende voorgevoel werd erger. Ze hadden nog steeds geen idee waar het Ravijn zou eindigen. Zijn handen en voeten trilden van uitputting, en hij wist niet of ze het zouden halen. Reece slikte, en hij werd overspoeld door allerlei gedachten. Wat als Krog gelijk had? Wat als er echt geen bodem was? Wat als dit een roekeloze zelfmoordmissie was?

      Terwijl Reece weer zijn momentum terugvond, hoorde hij boven zich ineens het geluid van een lichaam dat tegen de rotswand schraapte, gevolgd door een schreeuw. Hij keek naast zich en zag dat Elden begon te vallen. Hij gleed langs hem.

      Instinctief strekte Reece zijn hand uit, en hij slaagde erin om Eldens pols vast te grijpen. Gelukkig had Reece met zijn andere hand een stevige grip op de rotswand, en het lukte hem om Elden stevig vast te houden en te voorkomen dat hij verder naar beneden zou glijden. Elden bungelde hulpeloos onder hem, niet in staat om houvast te vinden. Elden was te groot en te zwaar, en Reece voelde zijn kracht wegstromen.

      Indra verscheen, die zich behendig een weg naar beneden baande. Ze strekte haar arm uit en greep Eldens andere pols vast. Elden worstelde, maar kon geen houvast vinden met zijn voeten.

      “Ik kan geen houvast vinden!” schreeuwde Elden naar hen. Er klonk paniek in zijn stem. Hij schopte wild, en Reece vreesde dat hij zelf zijn grip zou verliezen en met hem de afgrond in zou storten. Hij dacht snel na.

      Reece herinnerde zich het touw en de enterhaak die O’Connor hem vlak voor de afdaling had laten zien, het hulpmiddel dat ze gebruiken om muren te beklimmen tijdens een bezetting. Voor het geval het van pas komt, had O’Connor gezegd.

      “O’Connor, je touw!” schreeuwde Reece. “Gooi het naar beneden!”

      Reece keek omhoog en zag hoe O’Connor het touw van zijn middel haalde, naar achteren leunde en de enterhaak vastzette in een spleet in de rotswand. Hij sloeg hem er met al zijn kracht in, trok er paar keer stevig aan, en gooide het touw toen naar beneden. Het touw bungelde langs Reece.

      Het had geen moment later mogen komen. Eldens zweterige hand begon uit die van Reece te glijden, en terwijl hij achterover begon te vallen, wist Elden nog net het touw vast te grijpen. Reece hield zijn adem in, biddend dat het zou houden.

      Dat deed het. Langzaam trok Elden zichzelf omhoog, tot hij eindelijk een stevige houvast vond. Hij stond op een richel, hijgend, weer in balans. Reece slaakte een zucht van opluchting. Dat had niet veel gescheeld.

      *

      Ze klommen en klommen, en Reece raakte zijn tijdsbesef kwijt. De hemel kleurde langzaam donker, en ondanks de kou droop Reece van het zweet. Hij had het gevoel alsof elke seconde zijn laatste kon zijn. Zijn handen en voeten trilden hevig, en zijn oren waren gevuld met het geluid van zijn eigen gehijg. Hij wist niet hoe lang hij het nog kon volhouden. Hij wist dat als ze niet snel de bodem zouden bereiken, ze zouden moeten stoppen om te rusten, zeker nu het nacht werd. Maar het probleem was dat er geen plek was om te stoppen en te rusten.

      Reece kon het niet helpen. Hij begon zich af te vragen of ze, wanneer ze allemaal te uitgeput waren, één voor één naar beneden zouden vallen.

      Er klonk het geschraap van rotsen, toen het geluid van een kleine lawine, en er kwamen tientallen steentjes naar beneden, die op Reece zijn hoofd velen. Zijn hart sloeg een slag over toen hij een schreeuw hoorde—een andere schreeuw dit keer, een doodsschreeuw. Vanuit zijn ooghoek, sneller dan hij kon verwerken, zag hij een lichaam langs zich vallen.

      Reece strekte een hand uit om hem vast te grijpen, maar het gebeurde te snel. Het enige dat hij kon doen was toekijken hoe Krog zwaaiend en gillend achterover viel, het niets in.

      HOOFDSTUK DRIE

      Kendrick zat op zijn paard, naast Erec, Bronson en Srog, voor zijn duizenden mannen, tegenover Tirus en het Rijk. Ze waren recht de val in gelopen. Ze waren verraden door Tirus, en Kendrick realiseerde zich nu dat het een grote fout was geweest om hem te vertrouwen.

      Kendrick keek op en naar rechts, en zag tienduizend soldaten van het Rijk hoog op de richel van de vallei staan, hun bogen gespannen; en links van hem zag hij er net zoveel. Voor hem stonden er zelfs meer. De paar duizend mannen die Kendrick bij zich had zouden het met geen mogelijkheid kunnen opnemen tegen zoveel soldaten. Ze zouden afgeslacht worden. En met al die bogen die op hen gericht waren, zou zelfs de kleinste beweging resulteren in een bloedbad. Het feit dat ze bij het begin van de vallei stonden was ook niet bepaald in hun voordeel. Tirus had zijn locatie goed uitgekozen.

      Terwijl Kendrick daar zat, staarde hij brandend van woede en verontwaardiging naar Tirus, die met een zelfingenomen glimlach op zijn paard zat. Naast hem zaten zijn vier zoons, en naast hen een commandant van het Rijk.

      “Is geld echt zo belangrijk voor je?” vroeg Kendrick aan Tirus. Zijn stem was zo koud als staal. “Zou je je eigen mensen verraden, je eigen bloed?”

      Tirus toonde geen berouw; hij glimlachte breed.

      “Jullie zijn mijn bloed niet, weet je nog?” zei hij. “Dat is de reden waarom ik, volgens jullie weten, geen recht heb op de troon van mijn broer.”

      Erec schraapte zijn keel.

      “Volgens de MacGil wetten gaat de troon naar de zoon—niet naar de broer.”

      Tirus schudde zijn hoofd.

      “Dat is nu allemaal inconsequent. Jullie wetten doen er niet meer toe. Macht gaat altijd boven wet. Het zijn degenen met macht die de wet schrijven. En zoals je kunt zien, ben ik sterker. Wat betekent dat ik vanaf nu af aan de wet bepaal. De komende generaties zullen zich niets herinneren van jullie wetten. Het enige dat zij zullen weten is dat ik, Tirus, Koning was. Niet jij, en niet je zuster.”

      “Onrechtmatig